De vliegende auto: softwareboer ziet ze vliegen

De vliegende auto gaat het fileprobleem oplossen, meent een softewareboer uit Silicon Valley. Met de derde dimensie kunnen we meer doen dan omhoog kijken.

De vliegende auto, het is de ultieme sciencefiction fantasie. In de jaren zestig had de tekenfilmfamilie van de oertijd, de Flintstones, een tegenhanger in de gedroomde toekomst: de Jetsons. Die verplaatsten zich in een vliegende auto. Sinds Blade Runner, Ridley Scotts verfilming van de Philip K. Dick-roman Do Androids Dream of Electric Sheep, is geen siencefiction film die naam waardig zonder vliegende auto. Zelfs Harry Potter is om.

Nu is het enthousiasme voor de toekomst dat zo typerend was voor de space age danig bekoeld, wat een softwareboer uit Silicon Valley niet verhindert om de oude droom weer van stal te halen. Hitler projecteerde in de jaren dertig een vriend van het volk te zijn door iedereen zijn eigen Volkswagen onder de neus te houden. Het bedrijf dat het algoritme heeft ontwikkeld om van iedere autobezitter een taxichauffeur te maken, zet in op—de vliegende auto.

De geschiedenis speelt zich altijd twee keer af. Eerst als tragedie, dan als klucht.

The Jetsons

Utopisch beeld
De baas van het bewuste bedrijf maakt zich zorgen over steden die dreigen te verstoppen met auto’s. Hij sprak niet over steden die verstikken door uitlaatgassen, maar over al die uren die in de file worden verspild. Uren die niet productief worden gebruikt.

Hij wil het probleem oplossen. Dat heeft hij het zelfs uitgeroepen tot de kern van zijn ‘missie’, een woord dat me altijd aan zendelingen in donker Afrika doet denken. In dit geval zijn wij, de bewoners van de verstikkende binnensteden, dat donkere Afrika, met longen zwart van het fijnstof.

In de bouw weten ze het al langer: als de ruimte schaars wordt, ga je omhoog. Zo wil de man het fileprobleem aanpakken, door ons te verheffen met de vliegende auto. Hij schetst een utopisch beeld: in een kwartier van (no way) San Jose naar San Francisco, niet twee uur op de snelweg; in zes minuten van voorstad Gurgaon naar het centrum van Delhi in plaats van anderhalf uur in de stapvoets-rijdende file. Hij geeft ons de derde dimensie, daar is nog ruimte. Sterker, de derde dimensie is ruimte. Daar kunnen we meer mee doen dan omhoog kijken. Die moeten we ontsluiten.

Technisch is het mogelijk, dus waarom doen we het niet? Je hoeft geen cynicus te zijn om tegen te werpen dat er technisch heel veel mogelijk is, zoals het opheffen van armoede en honger, en dat doen we ook niet. Kunnen is niet de issue, het is een kwestie van willen. En vliegen willen we al sinds Icarus.

Auto’s die al vliegen

Gepimpte heli’s
Maar wacht even, er vliegen toch al zo’n 75 jaar auto’s rond die verticaal kunnen opstijgen en landen? Die noemen we hefschroefvliegtuig of helikopter, kortweg heli. Boven Amsterdam, waar ik woon, hoor ik ze dagelijks, ook ’s nachts—je kunt ze niet missen. Politiehelikopters, traumahelikopters, binnenkort toeristenhelikopters, het is feest daarboven. Wie wil daar niet bij zijn? En dat kan binnenkort, in een 21ste eeuwse heli, als het aan de softwareboer uit Silicon Valley ligt. Wordt het te druk op straat, dan doe je een Iron Man en je doorklieft de derde dimensie.

Er is een probleem, de regelgeving, maar met gericht lobbywerk van de stakeholders en aanlokkelijke managementfuncties voor na de politieke loopbaan in het vooruitzicht moeten de autoriteiten de verkeerswet kunnen uitbreiden naar de derde dimensie. Die is er ten slotte niet voor niets en waarom zou je die enorme resource niet productief inzetten? Voor wie het vliegbrevet te machtig blijkt, is er de zelfvliegende auto. Elon heeft er al nat van gedroomd.

Elke verstoppende stad bouwt een verkeersleidingscentrum à la Schiphol, maar dan op schaal honderd, want het aantal vliegbewegingen boven een beetje metropool loopt op jaarbasis in de miljarden wanneer iedereen zijn vliegbrevet heeft gehaald. Op strategische plaatsen in de binnenstad verschijnt infrastructuur voor start en landing – voor Amsterdam lijkt me het Koningsplein heel geschikt, het Spui wat minder met dat Lieverdje – en onder de Dam bouwen we een immense hangar waar de gepimpte heli’s staan uit te rusten van al dat gevlieg. Ook handig voor Justin Bieber, die kan daar zijn zweefstep kwijt.

Vliegende auto’s oude stijl

Het plan werkt ook tegen luchtvervuiling en klimaatsverandering. Niet alleen vliegen de auto’s op batterijstroom – dus niet op kerozine – er hangen na succesvolle uitrol, cross-mediale promotiecampagne en content marketing zoveel vliegende auto’s in de lucht dat ze de hemel verduisteren en het zonlicht tegenhouden. Dat scheelt precies die graad opwarming waar we ons nu zorgen over maken.

En jawel, het is file in de lucht, maar in de voorheen verstopte steden kun je nu tenminste lekker vooruit op de weg. Wel met helm op, mocht je fietser of voetganger zijn, want ook vliegende automobilisten gooien blikjes uit het raam. Voor schade aan de grond als gevolg van luchtbotsingen is er een speciale verzekering. Verplicht voor iedereen uiteraard, want niet-vliegers zijn solidair. Ook goede ideeën komen uit de lucht vallen.

Achterover leunen

De softwareboer uit Silicon Valley produceert zelf geen vliegende auto’s. Het heeft ook geen vloot vliegende taxi’s in dienst. Het heeft geen kantoren wereldwijd, noch een leger werknemers. Het is een lean en mean bedrijf dat algoritmes voor diensten schrijft en vermarkt. En zijn percentage pakt van de verdiensten die de gebruikers genereren. Het leunt achterover terwijl anderen het werk doen. Het presenteert zich als mensenvriend terwijl het de wereld ontwricht.

Als het plan van de vliegende auto is uitgevoerd en de markt op een nieuw klusje zit te wachten tovert de softwareboer uit Silicon Valley een vers konijn uit de hoed: vliegende gebouwen. Om het fileprobleem in de lucht aan te pakken.

De vliegende auto? Ik noem hem: de zero.

Jetson – The Family of the Future

Geef als eerste reactie