Enzo G. Castellari kijkt graag naar zijn eigen films

Enzo G. Castellari is de man die Quentin Tarantino inspireerde voor diens Inglorious Basterds. Zijn exploitatiefilms zijn net een tikje beter.

Enzo G. Castellari verontschuldigt zich, hij heeft de hik.

De regisseur van High Crime en Street Law, Italiaanse politiefilms (poliziotteschi) uit de jaren zeventig, is op uitnodiging van Cinema Egzotik in EYE, het filmmuseum te Amsterdam. Daar sluit de filmavond van EYE-programmeur Ronald Simons en regisseur annex filmfanaat Martin Koolhoven, met vergeten klassiekers en ondergewaardeerde exploitatiefilms, na tien jaar voorgoed de deuren zoals het in 2009 begon: met de vertoning van Street Law (1974), voorafgegaan door High Crime (1973). De regisseur, inmiddels tachtig, is erbij.

Castellari, het toonbeeld van de charmante Italiaanse uomo gentile, ziet zichzelf als een verteller die vertelt met bewegende beelden. “Die bewegende beelden zijn de film.” Hij maakte exploitatiefilms die concurreerden met B-films uit Hollywood, in een reeks van genres.

Als daar zijn: spaghetti western (Keoma, 1976), giallo (het minder geslaagde Cold Eyes of Fear, 1970), poliziotteschi, dystopische science fiction (1990: The Bronx Warriors, 1982) en macaroni combat (The Inglorious Bastards, 1978). Die film won de bewondering van Quentin Tarantino en vormde de inspiratie voor diens Inglorious Basterds (2009), waarin Castellari – voor wie goed kijkt – is te zien als figurant.

 

Trailer High Crime (1973)

 

De Girolami dynastie

Enzo G. Castellari (Rome, 1938) komt uit een dynastie van filmmakers. “Film zit in mijn DNA. Voor mij betekent over film praten, praten over familie en vrienden. Al onze vrienden zijn filmmensen. Ik weet niet beter, vanaf kinds af aan ging het voortdurend over film.”

Hij koos de familienaam van zijn moeder als zijn professionele roepnaam, omdat zijn vader Marino Girolami al bekend was als regisseur. Zijn oom Romolo Guerrieri regisseerde eveneens en zijn broer Ennio was acteur. Na in Castellari’s films te hebben gespeeld werkt dochter Stefani als assistent-regisseur, net als haar broer Andrea die tijdens het gesprek dubbelt als assistent-tolk. Wat maakt film voor hem zo aantrekkelijk?

Castellari: “Het bijzondere moment voor mij was toen ik uit school kwam en mijn vader met zijn auto op me stond te wachten. Hij nam me mee naar de filmstudio en de montageruimte. Dat was een onwaarschijnlijk geschenk, dat ik de montagekamer van binnen mocht zien.”

“Ik ben in de filmindustrie begonnen als editor. Montage is het magische moment waarop de film vorm krijgt. Wanneer alle stukjes letterlijk aan elkaar worden geplakt en betekenis krijgen. Ik was totaal verliefd. Hoe bijzonder is het niet om letterlijk in film te snijden en onder je handen een nieuwe realiteit te zien ontstaan. Fantastisch!”

Actieregisseur

Enzo G. Castellari bokste in zijn jonge jaren – net als zijn vader – en is opgeleid als architect. Tijdens zijn studie was hij ’s avonds in het buurttheater te vinden, als regisseur. “Ik ben naar de kunstacademie geweest en heb architectuur gestudeerd. Maar het DNA, hè.”

 

Trailer Street Law (1974)

 

“Op de kunstacademie heb ik leren tekenen, dus op de set kon ik het storyboard aanpassen en via schetsen aan iedereen uitleggen wat er moest gebeuren. Ik heb altijd intensief samengewerkt met de art director en de costume designer. We spraken met het potlood.”

U was actief als filmregisseur tijdens wat bekend staat als de gouden eeuw van de Italiaanse cinema. Was u zich daar bewust van?

“Nee. Ik voelde me erg op mijn gemak, want ik was op mijn plaats. Mijn hele leven draaide om creativiteit. Het was een groot geluk en een voorrecht om in de filmindustrie te kunnen werken. Boven alles ben ik een kijker. Als ik op de filmset keuzes maak over shots en camerabewegingen, denk ik als kijker. Ik vraag me zelf: hoe ziet dat er uit vanuit de bioscoopstoel? Zal het me dan boeien? Kan ik er naar kijken? Als regisseur maak ik mijn keuzes als kijker. Ik kijk dus graag naar mijn eigen films,” zegt hij lachend.

Enzo G. Castellari is bij uitstek een regisseur van actie. In zijn films herkennen we de invloed van Sam ‘The Wild Bunch’ Peckinpah en diens gestileerde verbeelding van geweld, met name de slow motion en de stille geluidsband. Dat Castellari’s films, ondanks de beperkte budgetten en productietijd, nog steeds het aanzien waard zijn, komt door hun ritme. Ze zijn onberispelijk gemonteerd en hebben een natuurlijke cadans. Ze zijn niet stijf.

Castellari: “Ritme is heel belangrijk. Dat heb ik geleerd als bokser. Boksen is een verhaal: je houdt je tegenstander in de gaten, je probeert in te schatten wat hij gaat doen. Hij doet dit. Jij doet dat. En dan: bam, bam. Het actiemoment.”

Wat ziet u als uw beste film?

“Dat is Keoma, zonder twijfel. Dat komt ook door de ontstaansgeschiedenis, die film heb ik gemaakt zonder scenario. Iedere dag kwam ik op de set met een stukje script: wat we die dag gingen filmen. Eenmaal voltooid leek het een uitgebalanceerde film, maar hij is al improviserend tot stand gekomen. Daarom is het mijn favoriet. Ik moest mijn filmverstand aanspreken. Alles wat ik had geleerd op de kunstacademie, wat ik had gezien in andere films. Mijn hele leven zit er in. Het is mijn meest persoonlijke film.”

 

Trailer Keoma (1976)

 

Welke twee Enzo G. Castellari-films zou u zelf programmeren voor de sloteditie van Cinema Egzotik?

Zonder aarzelen: “Street Law.” En direct daar achteraan: “High Crime is speciaal, want die zette de toon. Andere regisseurs gingen toen ook Euro crime-films maken. High Crime betekent iets in de geschiedenis van de actiefilm. Maar ik denk dat ik Street Law net iets hoger aansla. Met Keoma zijn dat de films die ik zelf het beste vind.”

U bent een actieregisseur. Wat zijn uw ideeën over geweld in film?

“Ik bezie filmgeweld vanuit het gezichtspunt van de kijker. Ik zit er op te wachten. Als kijker geeft het me voldoening wanneer de wreker de schurk zijn bekomst geeft. De film bouwt de spanning op en dan volgt de ontlading. Filmgeweld is entertainment. Ik ga als kijker naar de bioscoop om te worden vermaakt. Film wordt gemaakt voor het publiek, niet alleen voor verfijnde intellectuelen. Film wordt gemaakt om twee uur aan de werkelijkheid te ontsnappen. Zo zie ik het.”

Film is een droom die komt uit de verbeelding. Vandaar dat u graag werkt zonder script, het geeft uw verbeelding de vrijheid…

“Ik kan dingen bedenken, op commando desnoods. Als er op de filmset een probleem opduikt, denk ik er vijf minuten over na en kom met een oplossing. Het draait niet om het script, ik kan filmen zonder script. Het draait om het verhaal. Zonder verhaal kan ik niet filmen. Mijn interpretatie van het verhaal is het shot.”

Welk advies zou u de nieuwe, jongere generatie filmakers willen meegeven?

Dat is lastig, want – wijst naar zijn smartphone – iedereen is tegenwoordig regisseur. Ik geef regelmatig filmles, in Italië en Spanje, en dat vind ik heel leuk. De studenten geven me veel terug, ik leer veel van hen. Ik geef graag les omdat tegenwoordig niemand bij nul begint. Ze komen allemaal binnen als regisseur. Ze weten niets van de techniek, van lenzen of belichting. Terwijl dat cruciaal is.”

“Voor film heb je techniek nodig en die moet je wel beheersen. Anders kun je geen filmische problemen oplossen. En zonder techniek kun je ook niet improviseren. De techniek helpt je om uit te vinden. Techniek geeft je ruimte en vrijheid. Hoe meer ervaring, hoe beter. Soms kijk ik uit naar problemen op de filmset. Dat is de kans om iets anders, iets afwijkends, iets bijzonders te doen.”

Enzo G. Castellari leunt achterover. De hik is verdwenen.

 

Quentin Tarantino en Enzo G. Castellari over The Inglorious Bastards

Geef als eerste reactie