Zal de populaire film-Oscar Hollywood redden?

Oscar voor populaire film en Oscar voor de rest: het dubbeldenken van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences duidt op wanhoop.

De Academy Award – beter bekend als de Oscar, de Amerikaanse filmprijs waarnaar talloze entertainmentprijzen zijn gemodelleerd – bestaat sinds 1927 en kreeg in de jaren dertig de vorm waarin we het fenomeen nog steeds kennen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er slechts een handvol nieuwe categorieën ingevoerd, te beginnen met Beste Niet-Engelstalige Film in 1947. De laatste nieuwe categorie was Beste Animatiefilm; die kwam er in 2001 bij.

Opvallend nieuws derhalve, dat de AMPAS (Academy of Motion Picture Arts and Sciences) die jaarlijks de Oscars toekent, een nieuwe categorie heeft aangekondigd: de Academy Award voor de Beste Populaire Film. In de beginjaren van de Oscar had de Academy last van dubbeldenken en werden er twee beeldjes voor Beste Regie uitgereikt: voor drama en komedie. Vanaf de 91ste Academy Awards ceremonie – voor filmjaar 2018 – is het dubbeldenken terug en gaan er twee speelfilms met een Oscar strijken: de beste populaire film en de beste, eh, niet-populaire film, de rest.

Clowneske kolder

De categorie Beste Populaire Film is een interessante. Het koppelt een onmeetbare en subjectieve eigenschap (kwaliteit) aan een objectieve en meetbare eigenschap (populariteit). Dat suggereert een ontwerpfout, een interne en onoverbrugbare tegenstrijdigheid, permanente spanning—het prijzenequivalent van, het is niet beledigend bedoeld, een land als België. Daar botsen twee culturele tradities, de Germaanse en de Latijnse.

In de nieuwe Oscar-categorie botsen twee opvattingen over film, twee manieren om tegen succes aan te kijken. Wat is een geslaagde film? Is dat een film die in vorm-esthetisch opzicht behaagt en inhoudelijk tevens een idee of visie weet over te brengen? Of is dat een film die de geldschieters een krat champagne doet ontkurken?

Die twee interpretaties van succes hebben niets gemeen, staan in een aantal opzichten haaks op elkaar en verhouden zich als water en olie. Die mengen niet. Volstrekte kolder derhalve, zo’n Oscar-categorie voor de Beste Populaire Film. Dat gaat nog een aantal clowneske dan wel tenenkrommende momenten opleveren tijdens toekomstige Oscar Nights.

Effectbejag

Interessanter is wellicht de vraag waarom het bestuur van de Academy heeft besloten zo’n non-categorie in te voeren. Het riekt naar wanhoop.

Wanhoop over het demografische gegeven dat de traditionele doelgroep voor Hollywood-films (althans, sinds midden jaren zeventig en de opkomst c.q. dominantie van de blockbuster) in getalsmatig opzicht slinkt: er zijn anno nu simpelweg minder 12- tot 25-jarigen dan in de jaren tachtig.

Wanhoop over het feit dat de smaak van die traditionele doelgroep voor Hollywood-films in de loop der jaren steeds platter (oppervlakkiger én eenzijdiger van belangstelling) is geworden, een ontwikkeling waarvoor Hollywood zelf verantwoordelijk is. Succesfilms zijn steeds minder inhoud (karakters, psychologie, relevante boodschap) gaan bevatten en concentreren zich meer en meer op spektakel en actie.

Het effectbejag heeft de zuurstof uit het filmverhaal gezogen, waardoor spektakelfilms steeds meer op elkaar zijn gaan lijken en derhalve onderling inwisselbaar zijn geworden. Dan maakt marketing het verschil, niet de acteurs of het verhaal en al helemaal niet de regisseur. De Transformers-franchise is het eindpunt van die ontwikkeling. Michael Bay verdient een lifetime achievement award in de nieuwe categorie best popular film.

Opera en kermis

Wanhoop over de opkomst van nieuwe distributiekanalen en de toegenomen populariteit (en kwaliteit) van tv-series, vaak geproduceerd (geïnitieerd en/of betaald) door gevestigde acteurs, die aldus los van Hollywood hun loopbaan continueren en tevens datzelfde Hollywood direct beconcurreren op aandacht, tijd en geld van de kijker, of om het duur te zeggen, de consument van beeldnarratief.

Wanhoop over de nuchtere constatering dat Hollywood zichzelf in een hoek heeft geverfd. Om te kunnen overleven is Hollywood meer en meer gedwongen om peperdure popcorn blockbusters te maken over superhelden en stripkarakters voor een immer slinkende doelgroep – de jeugdige filmconsumenten van de luxueuze multiplexen – die bovendien negen van de tien spektakelfilms onvoldoende bezoekt om de productie- en marketingkosten terug te verdienen. Dat is een doodlopende weg. Zeg gerust, een geitenpad.

Die nieuwe Oscar-categorie zegt: Billy Wilder, kom terug! Alles is vergeven!

Er is een goede reden waarom er een onderscheid bestaat tussen hoge en lage cultuur. Opera en kermis zijn niet hetzelfde. Met dat onderscheid is niets mis, zolang je het maar niet normatief inzet. Dat is nu net de vergissing van Hollywood en de Oscar-Academy.

 

Oscar 1927-2017: beste film

Geef als eerste reactie