Goede voornemens: ik laat me niet (n)appen

Hoeveel minuten per dag kleven jouw ogen aan een beeldscherm? Hoeveel apps telt jouw smartphone? Hoeveel maken die je wijzer?

Accepteer je dat jouw auto elke week naar de garage moet voor het fijnregelen van een onderdeel? De bougies moeten worden ontpingeld en de remmen opnieuw afgesteld; de bandenspanning luistert zo nauw dat er op gezette tijden perslucht bij moet en dat kan alleen met het speciale ventiel waar de garage – niet jij – over beschikt.

Rondom dat garagebezoek is een hele industrie opgeschoten: wachtruimte met horeca, winkel vol accessoires, abonnementen voor aanvullende diensten en cursussen in ‘functioneel beheer’. De autoindustrie had het graag zo gezien en de garagist ook: de chauffeur is kind aan huis. Klant en bedrijf hebben een relatie, die van verslaafde en dealer.

Dat accepteer je dus niet, want het zou krankzinning zijn. Je hebt wel iets beters te doen dan als een junk achter jouw auto aan te lopen. Geen denken aan, kom zeg.

We accepteren het van Silicon Valley, we hebben een eindeloze appetijt voor apps. Jij vindt het billijk dat je wordt bespionierd. Dat kunstmatige intelligentie beslist of je vals speelt of niet. Dat jouw digitale profiel wordt verhandeld. Dat een geheim algoritme bepaalt in welke mate je online bestaat. Dat jouw brein is gekoloniseerd door bedrijven die jou aan een verslaving hebben geholpen. De smartphone is de nieuwe heilige koe.

Wandelende databoerderijen

Onze smartphones zijn gevuld met apps die gevraagd of ongevraagd persoonlijke gegevens doorsluizen naar de servers van bedrijven die ons beschouwen als wandelende databoerderijen. We worden genappt en we vinden het best. Van die schaapachtige houding maakt de ICT-industrie – en inmiddels zo ongeveer elk denkbare bedrijfstak – schaamteloos gebruik. We zijn wandelende databoerderijen.

Buiten hangen de straten vol met camera’s. Hun beelden zijn voer voor algoritmes die gezichten koppelen aan namen en adressen. Privacy in een surveillance society is één ding. Veiligheid in het digitale domein is een ander. In cyberspace spoken niet alleen datadieven rond. Er schuilen ook spionnen, criminelen en terroristen. Ze benutten gretig de lekken in de halfbakken producten, de software en de hardware, van de ICT-business. Die verkoopt gezinsauto’s zonder deurslot of remmen.

Geen nood, reageert de autoverkoper, we helpen u zich te verweren tegen onverlaten. Je kunt kiezen tussen infraroodsensoren met profielherkenning en diefdetectors met ingebouwde sirene—ook driestemmig leverbaar of met tune naar keuze, dat laatste voor een meerprijs. Daar moet je wél een speciaal abonnement voor afsluiten, maar dat zijn de kosten niet. De glimlach van de verkoper belooft goud.

Veiligheid als functionaliteit

Technologie versterkt wat er al is, ook de menselijke natuur. Het faciliteert luiheid, domheid en slechtheid en daar is weinig tegen te doen, want mensen zijn naast sociaal, invoelend en behulpzaam, op zijn tijd ook lui, dom of slecht—of een combinatie daarvan. We gebruiken nieuwe technologie zonder na te denken en worden er steeds afhankelijker van. De verslaving groeit. En vraagt meer prikkels.

De technologie groeit ook. Digitaal gemak maakt steeds meer mogelijk. Het weeft mens en samenleving in een digitale dwangbuis. Uw online-schaduw bepaalt of u kredietwaardig bent en nepnieuws zijn de feiten van de post-truth wereld en het massa-individualisme. Technologie maakt ons gedrag complexer en technologie wordt zelf ook steeds complexer. De kwetsbaarheid neemt toe.

De middelen voor misbruik van het digitale domein worden allengs toegankelijker en komen gaandeweg binnen bereik van de leek. Digitale technologie emancipeert het individu en dat maakt de kwetsbaarheid extra urgent. Daar is iets tegen te doen: door misbruik te ontmoedigen. Door reeds in de ontwerpfase van software en hardware veiligheid te beschouwen als functionaliteit. Niet als o-ja’tje achteraf.

Digitale detox

De onveiligheid van het digitale domein wordt gecreëerd door de ICT-industrie en die vaart daar wel bij. Cyberveiligheid is een enorme business, dus van dat ecocsysteem hoeven we de oplossing voor de toenemende kwetsbaarheid niet snel te verwachten.

De oplossing ligt bij de eindgebruiker. Eigenlijk zouden we niet meer moeten accepteren dat er ‘foute’, half-uitontwikkelde producten met veiligheidsrisico’s aan ons worden verkocht. Je wilt toch ook geen huis zonder deuren, geen auto zonder sloten, geen bankpas zonder PIN-code?

Een kwarteeuw na de introductie bij het grote publiek is internet volwassen, de jaren van de digitale revolutie – en de verbazing over wat er opeens allemaal binnen handbereik is – liggen achter ons. Iedereen heeft een smartphone, alles gaat draadloos, de bandbreedte is opgeschaald tot giga, overal is wifi en voor elk (non)probleem is er een app. Internet zit in je broekzak of handtas. Het is onze leefomgeving geworden, de arena van de spektakelmaatschappij.

Tijd voor een digitale detox. Ik weer mijn smartphone uit de keuken en de slaapkamer. Ik dump iedere app die ik niet echt nodig heb en schakel de locatie-delen functie uit van de apps die ik wel gebruik. Ik trek de stekker uit Google Assistant (of Alexa, Echo Show, Cortana, Siri). Ik blijf zo ver mogelijk van het internet der dingen. Ik laat me niet nappen.

 

 

Digitale detox doe je zo

Geef als eerste reactie