Het beste van 2016 Pen & Papier: Crisis

Crisis is de kortste samenvatting van het jaar dat ons het Oekraïne referendum, Brexit en president Trump schonk. Het kapitalisme kraakt.

Op die zomerse vrijdagochtend van 24 juni werden we wakker in een ander Europa. De Britten wilden niet meer, ze stapten uit de EU. Shock to the system.

Voor wie het op dat moment nog niet duidelijk was: het oude bestel is zijn houdbaarheidsdatum gepasseerd. Globalisme, neoliberalisme, aandeelhouderskapitalisme, de hele kermis van het vrije markt-denken die sinds 1980 de wereld naar zijn hand heeft gezet, kraakt in zijn voegen.

De wereld die Margaret Thatcher en Ronald Reagan in de jaren tachtig hebben gecreëerd – en door sociaaldemocraten als Tony Blair en Wim Kok in de jaren negentig is omarmd – staat op het punt om onbewoonbaar te worden verklaard. Crisis in het paradijs van het kapitaal.

Klinkt dramatisch? Dat is het ook. Er loopt een tijdperk ten einde, de oude orde werkt niet meer zoals hij behoort te werken en er is nog geen nieuwe orde om te omarmen. Het systeem is in crisis en de behandelende geneesdames en heren – politiek, bestuur, instituties, banken – doen alsof het nog steeds 1991 is.

Alsof de eenentwintigste eeuw als de twintigste is, maar dan digitaal. Fatale vergissing.

Politiek is meer dan alleen economie en geld. Het is vooral—identiteit. En daar loopt de geglobaliseerde neoliberale variant van het kapitalisme op stuk. Het is vergeten dat ‘de markt’ niet wordt gemaakt door modellen en rapporten, maar door mensen. En die hebben wensen, zoals: bestaanszekerheid, een veilig gevoel en het vertrouwen dat het wel goed komt.

Dat vertrouwen hadden de Britten niet meer en ze kozen voor de Brexit. Voor een onzekere toekomst, maar in de overtuiging dat de oude weg gewis naar de afgrond zou leiden. Ze verruilden de ene crisis voor de andere crisis, maar wel een die ze zelf konden managen. Identiteit gaat voor alles, zelfs geld.

In Amerika zijn identiteit en geld onderling verwisselbaar. Vrijheid, recht, status, politieke invloed—allemaal te koop. Ben je succesvol, dan ben je rijk. Ben je rijk, dan moet je goed zijn in wat je doet. Teveel Amerikanen voelden zich gekleineerd door die mentaliteit en kozen voor de man die in de ogen van het oude bestel een clown is. Omdat Donald Trump spot met dat bestel.

Op de herfstige woensdagochtend van 10 november werden de Amerikanen die zich democraten noemen niet eens wakker met een kater, want ze hadden die nacht geen oog dicht gedaan. De kiezer had gekozen voor een buitenstaander, niet voor een carrièrepoliticus. De clown had gewonnen! Crisis!

De bekendste clown van het Amerikaanse mediacircus, Michael Moore, was niet verrast. Hij zag hem aankomen, die dekselse Donald. In augustus legde Moore in zijn blog uit waarom Trump de nieuwe Amerikaane president zou worden. Het is een röntgenfoto van de Amerikaanse (en bij uitbreiding, westerse) samenleving.

 

Lees hier het artikel  5 Reasons why Trump will win

 

Bijna op hetzelfde moment publiceerde een vroegere fan van het neoliberalisme in het Engelse dagblad The Guardian een vertoog over het einde van het vrije markt-denken en de crisis in de westerse politiek. Martin Jacques, voormalig communist, opgeleid als econoom en en politiek commentator van professie, constateert dat de neoliberale ideologie geen antwoord heeft kunnen formuleren op de kredietcrisis van 2008, een crisis die het zelf had veroorzaakt.

Het antwoord van de politiek – de banken redden op kosten van de belastingbetalende burger – heeft bij diezelfde burger het vertrouwen in de politieke en besturende klasse diepgaand ondergraven. Voor 2008 dachten we: de politici zullen het wel weten, daar hebben ze voor geleerd. Nu weten we: ze weten het niet, ze doen maar wat, ze zitten er voor zichzelf en het grote geld. De economische crisis is een vertrouwenscrisis geworden en dat kan de politiek zichzelf aanrekenen.

 

Lees hier het artikel  The death of neoliberalism

 

Die wereldwijde kredietcrisis kreeg in 2011 in Europa een regionale vertakking met de eurocrisis en het dreigende faillisement van Griekenland. Die eurocrisis legde een fatale constructiefout in de architectuur van de Europese Unie bloot: een economische unie kan niet zonder politieke unie. Geld is nu eenmaal politiek, daar kun je niet van wegkijken.

Europese landen kunnen allemaal wel met dezelfde munt betalen, maar ze hebben niet allemaal dezelfde economische kracht of politiek bestuur. Ze hebben allemaal een andere, eigen identiteit. Finland is anders dan Griekenland, België anders dan Oostenrijk. De economische dynamiek in Noord- en West-Europa is een andere dan die van Zuid-Europa en dat verschil is na de kredietcrisis en de daarop volgende eurocrisis pijnlijk duidelijk geworden.

Opnieuw bleek: de politiek wordt gegijzeld door de banken. Niet goed voor het vertrouwen in de democratie. In juli publiceerde het Independent Evaluation Office, het onafhankelijke onderzoeksbureau van het Internationaal Monetair Fonds (IMF, de wereldbank die in 1945 werd opgericht om de wereldeconomie te gidsen) een vernietigend rapport over de IMF en zijn rol in de eurocrisis. We hoeven niet bang te zijn voor Trump de clown, want we worden al bestuurd door clowns.

 

Lees hier het artikel  IMF admits disastrous love affair with the euro

 

Economen hebben sinds de kredietcrisis aan gezag ingeboet. De vraag, is economie eigenlijk wel een wetenschap, is een plattitude geworden. Nee, natuurlijk niet, althans voor het belangrijkste deel niet. De grafieken en modellen zijn wetenschappelijk verantwoord, maar de markt? Dat zijn mensen en die zijn grillig, irrationeel en onvoorspelbaar. Er zit geen enkele lijn of patroon in de beurskoersen. Die zijn net zo grillig als de temperatuurstatistieken. Beursspeculanten zijn professionele gokkers met maatschappelijke status, de pastoors van het kapitaal. Het consumptieparadijs is een casino.

Economische voorpellingen zijn weerberichten en die zitten er wel eens naast. Maar economie is voor een deel ook economische geschiedenis en daar kunnen economen zich onderscheiden als wetenschapper. De Nederlandse econoom Bas van Bavel publiceerde in oktober het boek The Invisible Hand? Hij onderzocht drie historsiche economieën: Irak, zesde tot elfde eeuw; Italië, elfde tot zestiende eeuw; de Lage Landen, dertiende tot achttiende eeuw.

Zijn conclusie voorspelt weinig goeds voor het neoliberale kapitalisme. Maatschappijen die de vrijemarkteconomie omarmen kunnen op de lange duur geen ongebreidelde welvaartsgroei tegemoetzien, maar eindigen in een scherpe tweedeling, met de ondergang tot gevolg. De crisis is niet zo maar een crisis, het is een systeemcrisis. Hij komt voort uit het systeem zelf.

 

Lees hier het artikel  Vrije markt eindigt in de ondergang

 

Ondertussen slaapt de politiek nog immer op hetzelfde kussen als de haute finance en het internationale bedrijfsleven, de kongsi die als Corporatië bekend staat. Het is niet helemaal toevallig dat de hoogtijdagen – en het einde – van het geglobaliseerde neoliberalisme samenvallen met de digitale revolutie. Corporatië heeft de digitalisering eerder en slimmer omarmt dan de politiek. De financiële wereld draait op algoritmes en het internationale bedrijfsleven zet de zegeningen van Silicon Valley duivels slim in voor eigen gewin.

Waarbij Silicon Valley uiteraard deel uitmaakt van dat internationale bedrijfsleven en enkele van de meest winstgevende bedrijven van de planeet in de Noord-Californische vallei zijn te vinden en aldus tot de kardinalen van Corporatië kunnen worden gerekend.

Midden in in het koopseizoen voor Kerstmis schetste de Engelse publicist George Monbiot hoe Corporatië, in een monsterverbond met de media, via de cultuur van de roem de burger tot consumerende zombie heeft omgevormd. Vroeger vroeg je aan kinderen, wat wil je later worden, en ze antwoordden: brandweerman, leraar, piloot. Nu zeggen ze: beroemd. Beroemdheden zijn de nieuwe autoriteiten, de rolmodellen van nu. De publieke helden van Corporatë zijn de experts van het beroemd-zijn. Het leven als glitterhuls. Crisis? Hoezo, crisis?

 

Lees hier het artikel  Celebrity isn’t just harmless fun

 

Na de kredietcrisis van 2008 is het niet meer goed gekomen. Voor wie er even (dat wil zeggen: anderhalf uur) voor wil gaan zitten, hier de documentaire Where Money Comes From: hoe zes bankiers in 1913 de Amerikaanse economie naar hun hand zetten en sindsdien de wereld financieel gijzelen. Het is geen samenzweringstheorie, het is een ongemakkelijk feit. Stuur ‘m door naar je vrienden.

 

Where Money Comes From

https://www.youtube.com/watch?v=s3jcNZ4o41c

Geef als eerste reactie