Storing op de lijn is niet handig. We leven in tijden van overvloed, maar een overdaad aan informatie en technologie werkt als ruis.
Technologie is handig, maar maakt het leven er niet altijd eenvoudiger op. Infobesitas wordt sinds 2010 herkend als probleem, ziekte zelfs. Nu worden er wel vaker zaken uitgeroepen tot probleem om er vervolgens een dienstverlenende nering rond op te trekken, maar tegenwoordig is niet het gebrek maar de overdaad aan informatie een zorg.
Hoe de stroom berichten in de mailbox te behappen, hoe de tijdlijn van Facebook te trimmen, hoe voorkom je te verzuipen in de nog altijd aanzwellende stroom van boodschappen die dagelijks via steeds meer kanalen in je hersenpan willen kruipen? We willen geen storing, maar hoe het signaal te blijven herkennen in al die ruis?
Naar verluidt ontvangen tieners 2000 dagelijks whatsapp-berichten. Stel dat ze per etmaal 8 uur slapen en 16 uur actief zijn. Dan ontvangen ze in wakende toestand ruim twee berichten – die je afleiden en uit je concentratie halen, zeggen pyschologen – per minuut. Ik moet er niet aan denken. Sterker, onder die omstandigheden kun je niet meer denken. Daar is ons brein helemaal niet voor gemaakt of op ingericht.
Want ons brein is geen computer, het lijkt daar zelfs in de verste verte niet op. Dat is de kern van het verhaal dat de Amerikaanse psycholoog en voormalig hoofdredacteur van het tijdschrift Psychology Today, Robert Epstein, dit jaar publiceerde op Aeon, een online magazine over ideeën en cultuur (een soort Amerikaanse The Velvet Vox, maar dan vele malen groter).
Mensen passen zich aan, dat is hun grote talent, en door al die computers om ons heen neigen we er al snel naar om te denken dat we zelf ook een computer zijn. Zelfs veel onderzoekers in het werkveld van de psychologie gebruiken de computer als model voor ons brein. En dat is een gevaarlijke misvatting, die verregaande consequenties heeft.
Draai het om en zie de computer als een beperkt en in sommige opzichten hulpeloos brein – een eenzijdig begaafde kleuter – die sommige dingen extreem goed (rekenen, getallen manipuleren) en de meeste dagelijkse dingen van mensen (intuïtie, creativiteit, invoelen) helemaal niet kan.
Lees hier het artikel The empty brain
Teveel input resulteert in een gestresst brein en teveel ongerichte en ongefilterde input zorgt voor een haperend brein—storing. Zover moet je het niet laten komen en de meest eenvoudige remedie tegen infobesitas en mediaverslaving is abstinentie. Laat die smartphone eens uit je handen, leg hem weg en doe als onderbreking van al dat verwerken van informatie, wel, iets anders.
Wandelen is niet alleen de eenvoudigste en beste manier om overtollige calorieën te verbranden, dus om fysiek fit te blijven en niet dik te worden, het is ook de remedie tegen stress. Wandelen ontspant het brein, maakt de geest leeg en creëert ruimte, voor nieuwe ideeën en inzichten bijvoorbeeld. Schrijvers die vastlopen in hun verhaal of roman, gaan een stukje kuieren. Je wandelt de storing uit je brein. Het is nog straffer, de wetenschap vindt steeds meer aanwijzingen dat wandelen ons brein scherp houdt en de kans op dementie verkleint.
Lees hier het artikel This is your brain on exercise
Een ontspannen brein, een brein zonder storing, is minder ontvankelijk voor nepnieuws dan een gestresst brein. Nepnieuws is voor The Velvet Vox het woord van het jaar en het verspreidt zich via de sociale media. Die aldus een niet te veronachtzamen stressfactor vertegenwoordigen in onze niet in ieder opzicht even gezonde of uitgebalenceerde samenleving.
Sociale media zijn geen professionele media. Die werken volgens professionele normen, checken nieuwsfeiten op waarheidsgehalte en filteren (zoveel als menselijkerwijs mogelijk) de onzin eruit. Sociale media doen dat allemaal niet en verspreiden (ook) nepnieuws. Daarmee ondergraven ze zekerheden. En uiteindelijk de democratische orde.
Katharine Viner, hoofdredacteur van de Engelse kwaliteitskrant The Guardian, schreef er een stuk over. Daarin legt ze, als eindverantwoordelijke van een van ’s werelds meest geraadpleegde serieus-nieuws websites, uit hoe technologie de waarheid ondergraaft en welke verregaande gevolgen dat heeft. Je kunt het in één woord samenvatten: storing.
Lees hier het artikel How technology disrupted the truth
Sinds de start van de digitale revolutie, zo rond 1980, is onze dagelijkse leefomgeving dicht geslibd met technologie – en biohackers willen er nu zelfs ons lijf mee vullen – maar anno 2016 is die digitale revolutie wel zo’n beetje klaar. In ieder geval voor de consument. Hoeveel laptops, notebooks, smartphones en tablets heb je nodig? Is het werkelijk een must om naast dat 11,5 inch scherm en dat 15 inch scherm ook nog een 9 inch scherm te hebben, bijvoorbeeld om het gat naar je 6 inch smartphone scherm op te vullen?
Buiten de batterij valt al er aan de smartphone weinig nuttigs of zinvols meer te verbeteren. De markt voor de broekzakcomputer is verzadigd, zoals eerder de vraag naar deskstops en laptops is gestagneerd of afgenomen, zoals ook de laatste generatie smart HD televisies tevergeefs in de winkel op kopers ligt te wachten. Voor alles wat je kunt verzinnen – of niet verzinnen – is er een app, meestal meerdere apps, en de industrie is naarstig op zoek naar nieuwe ict-hardwareproducten voor de massa die inmiddels alle nuttigs al heeft.
De augmented reality-bril van Google is er niet gekomen. Pokémon zorgde via de smartphone weliswaar voor een kortstondige augmented reality-verdwazing, maar het vat de kwestie goed samen: spelletje, rage, zo voorbij. Niet boeiend, geen belangrijke toegevoegde waarde, overbodig. En overlast, storing.
Virtual reality is van hetzelfde laken een pak. Alleen interessant voor gamers. En industriële toepassingen. Niet voor de massaconsument. Bij Albert Heijn worden gratis kartonnen VR-duikbrillen uitgedeeld terwijl er nauwelijks VR-content beschikbaar is. Je ruikt de wanhoop.
Lees hier het artikel Zijn we aan het einde van onze technologische groei?
Begin dit jaar publiceerde de Amerikaanse econoom Robert J. Gordon zijn boek The Rise and Fall of American Growth. Het kreeg aanzienlijk minder media-aandacht dan Thomas Piketty’s Capital in the Twenty-First Century over de kloof tussen rijk en arm. Gordons boodschap druist in tegen de religie van deze tijd, het geloof in digitale technologie. Want een religie is het. We zijn immers allemaal verbonden, toch?
De ict-revolutie, de digitale revolutie dus, heeft voor de meeste Amerikanen tot een lagere levensstandaard geleid, constateert Gordon. Dat staat in schril contrast met de elektrische evolutie die in de twintigste eeuw voor enorme aantallen mensen het leven in positieve zin onherkenbaar heeft veranderd. Verbeterd.
Ook onze Nederlandse overheid hangt het geloof in technologie aan en hamert op het mantra van innovatie. Het is een kronkelgedachte, een illusie, gevoed door verkeerde aannames en ondoordachte extrapolaties. Innovatie gaat ons niet redden, aldus Gordon in de beschouwing die hij schreef voor de Wall Street Journal, de Wachttoren van het kapitalisme.
Lees hier het artikel Why innovation won’t save us
Of zie hem hier als TED-spreker: