Hammer Horror: 3 griezelklassiekers in zwart-wit

Hammer Night of the Demon Curse of the Demon

Hammer Horror is een begrip onder liefhebbers van het griezelgenre. Vóór de technicolor-films rond Dracula maakte Hammer enkele zwart-wit klassiekers.

De films van de Britse Hammer studio zijn een hoeksteen van het horrorgenre. The Curse of Frankenstein, met Peter Cushing in de titelrol, zette in 1957 de toon. Een jaar later portretteerde Christopher Lee de definitieve Dracula. Beide acteurs figureerden prominent in The Mummy (1959). Dat drietal films – en hun vele vervolgen – maakten Hammer Horror tot een begrip.

Het productiehuis Hammer had zich toelegd op quota quickies, goedkoop geproduceerde films die werden gemaakt zodat Engelse bioscopen het wettelijk vereiste percentage films van Britse makelij konden vertonen, zoals voorgeschreven door de Cinematograph Films Acts van 1927 en 1938.

Deals met Amerikaanse producenten zorgden voor aanvullende financiering en distributie; als tegenprestatie speelden Amerikaanse acteurs aanvankelijk een deel van de hoofdrollen. Uit kostenoverweging werden alle producties gedraaid in het landhuis Down Place aan de Thames, omgedoopt tot Bray Studios. De buitenscènes werden bijna zonder uitzondering geschoten op de grond van het landgoed, wat de Hammer-films hun eigen uiterlijk en sfeer gaf.

The Curse of Frankenstein, Dracula en The Mummy waren remakes van films waarmee de Amerikaanse Universal studio in de jaren dertig veel succes had gehad. Ze zijn geregisseerd door Terence Fisher, de man die Hammer Horror tot een begrip maakte. Maar vóór Hammer eind jaren vijftig in technicolor zijn zegetocht begon had de studio al een aantal geslaagde genrefilms geproduceerd. Dit zijn er drie.

 

Four Sided Triangle (1953)

Four Sided Triangle (regie Terence Fisher) was Hammers eerste sciencefictionfilm. Maar met een stevige horror-twist, want het verhaal rond twee wetenschappers die een dupliceermachine uitvinden is overduidelijk geïnspireerd door de Frankenstein-film uit 1931. Voor de kijker van de 21ste eeuw zijn de laboratoriumscènes, met hun wirwar van mysterieuze apparaten (de oscillioscoop!) en borrelende reageerbuizen het vermakelijkst.

Bill en Robin zijn jeugdvrienden. Ze hebben een replicator gemaakt, een machine die energie – via wavicles: deels golf, deels deeltje – omzet in materie. De eerste demonstratie dupliceert het horloge van Bills mentor, Dr. Harvey. Een tweede de bankcheque van Robins vader, Sir Walter. Bill is heimelijk verliefd op jeugdvriendin Lena, maar ze trouwt met Robin. In zijn liefdesverdriet schiet Bill de oplossing te binnen: hij maakt met de replicator een exacte kopie van Lena. Die natuurlijk ook verliefd is op Robin, niet op hem.

De film snijdt meer dan één interessante vraag aan. Wat zijn de consequenties van een apparaat dat exacte kopieeën produceert? Stort de economie in (zie de checque)? Wat betekent ‘origineel’ in een wereld van kopieën (“Wat gaan jullie kopiëren? Kunstwerken, we maken schoonheid beschikbaar voor iedereen.”) En hoe reageer je wanneer je een exacte kopie van jezelf tegenkomt? Bits en bytes worden door digitale technologie tegenwoordig veelvoudig gedupliceerd.

Op die vragen gaat Four Sided Triangle (die vierde zijde van de driehoek is de kloon van Lena, Helen geheten) niet in, de film blijft steken in medodrama. Maar hij telt met Barbara Payton in de rol van Lena/Helen een heuse Hollywood-ster, de regie is zakelijk en efficient, en de nog steeds kraakheldere zwart-witbeelden zijn fraai uitgelicht. Four Sided Triangle kwam uit in mei 1953. Terence Fishers volgende film verscheen drie maanden later: Spaceways was de eerste Britse sciencefictionfilm met astronauten en ruimtestations.

 

Four Sided Triangle (Terence Fisher, 1953)

 

 

X The Unknown (1956)

Monster movies werden in het Amerika van de jaren vijftig, met zijn Koude Oorlog-paranoia en angst voor de atoombom, een rage en Hammer deed mee. Sciencefiction en horror gingen op het filmdoek hand in hand via een parade van buitenaardse griezels en door straling tot monsterproporties uitgegroeide hagedissen, spinnen, mieren, schorpioenen en andere creepy crawlers. Maar geen monster zo exotisch of buitennissig als het mormel van X The Unknown: een bezielde modderstroom!

X The Unknown was eigenlijk bedoeld als vervolg op het succesvolle The Quatermass Xperiment uit 1955, de filmversie van een zesdelige BBC tv-serie uit 1953 – met een E in het woord Experiment – rond de eerste bemande ruimtevlucht, Brits uiteraard. De titel verwijst doelbewust naar het X-certificaat voor films die door de filmcensuur werden beoordeeld als ‘alleen geschikt voor volwassenen’.

In Lochmouth, aan de voet van de Schotse hooglanden, scheurt de bodem. De locatie wordt afgezet en het leger bewaakt het terrein. Daar gebeuren vreemde dingen en ook in de omgeving vallen slachtoffers: mensen overlijden aan merkwaardige brandwonden of hun gezicht smelt zelfs van het hoofd (pluim voor de effecten). Het leger – dat als verdediger van de orde worden getoond, typerend voor sciencefiction uit de jaren vijftig – gaat met assistentie van een wetenschapper de op energie beluste modderstroom te lijf.

Geheel in de geest van het betere griezelen komt de boosdoener pas na een uur in beeld: suggestie jaagt de spanning op. Het concept van bezielde materie staat in de horror-traditie (De Golem, Frankenstein), maar is binnen de jaren vijftig-context van door radioactieve straling gemuteerde organismen bepaald origineel. En effectief, zo effectief dat twee jaar later in Amerika het klassiek geworden The Blob werd gemaakt, in 1959 gevolgd door Caltiki van de Italiaan Mario Bava. Regisseur Leslie Norman zou in de jaren zestig een aantal afleveringen van The Avengers (De Wrekers) voor zijn rekening nemen. Dat zien we aan X The Unknown af.

 

X The Unknown (Leslie Norman, 1956)

 

 

Night of the Demon (1957)

Jacques Tourneur, de regisseur van Night of the Demon (voor de Amerikaanse markt omgedoopt tot Curse of the Demon), wilde eigenlijk helemaal geen monster laten zien; alleen een wolk en de suggestie van ‘een aanwezigheid’. Zie de briljante achtervolgingsscène in het bos in de trailer (en de film daaronder). Maar de Amerikaanse distributeur wilde een monster en zo kwam de griezel – oorspronkelijk goed voor een paar seconden in de finale – al in de opening van de film terecht. Het maakt Night of the Demon niet minder klassiek.

Het is wellicht de beste griezelfilm uit het zwart-wittijdperk van Hammer. Het is ook horror in de klassieke zin. Het bovennatuurlijke staat centraal, in de traditie van de gothic novel en de twintigste-eeuwse Amerikaanse pulpauteur H.P. Lovecraft. De film is een variant op de strijd tussen rede en bijgeloof. Wat Night of the Demon naar de status van klassieker tilt: de scepticus (de wetenschapper) gaat twijfelen aan zijn redelijkheid. En die briljante scène in het nachtelijke bos, uiteraard.

De Amerikaanse psycholoog John Holden, in Londen voor een vakconferentie, raakt geïnteresseerd in de omstandigheden waaronder een Engelse collega om het leven is gekomen. Is er sprake van een sekte van duivelsaanbidders? Van een vloek? Is de psycholoog het volgende slachtoffer?

Jacques Tourneur maakte in de jaren veertig voor Hollywood de griezelklassieker Cat People, de eerste horrorfilm die het moet hebben van suggestie en psychologie, niet van groteske karakters of grand guignol effecten . Diezelfde aanpak typeert Night of the Demon, met – nogmaals – die briljante bosscène als beste voorbeeld. Tourneur toont het monster niet, maar suggereert het op filmisch onovertroffen wijze. Let ook op de geluidseffecten.

Ondanks de overbodige beslissing van de producer om de duivel aan het begin en het einde frontaal in beeld te brengen, munt de film uit in zijn sfeer van alom aanwezige maar ongrijpbare dreiging. De filmtekst “It’s in the trees, it’s coming” is gevleugeld geworden; Kate Bush gebruikte de sample in Hounds of Love. Martin Scorcese is een verklaarde fan van de film. Dat is iedereen die Night of the Demon heeft gezien.

 

Trailer Night of the Demon (Jacques Tourneur, 1957)

 

De complete film is hier te zien.

Geef als eerste reactie