Surrealisme regeert, daarmee openden we het nieuwe jaar. We leven anno nu in de wereld van Marcel Duchamps, Salvador Dalí en Andy Warhol. Waarom en hoezeer we in een kunstmatige wereld leven, daarover handelt het drieluik ‘Het gelijk van’. Hier het derde en laatste deel, over Andy Warhol.
Andy Warhol (1928-1987) wilde een bandrecorder zijn. Hij nam al zijn gesprekken op. Bewaarde alles wat er door zijn handen ging. Legde zijn leven dagelijks vast. In zijn dagboek schreef hij: ‘Ik heb geen herinnering. Iedere dag is een nieuwe dag omdat ik me de vorige dag niet kan herinneren. Ik probeer te onthouden, maar het lukt me niet. Mijn brein is als een opnameapparaat met maar één knop: wissen.’ Hij leefde in het eeuwige nu.
Dat noteerde hij ergens in de jaren zestig, toen Warhol en zijn côterie het brandpunt van de eigentijdse cultuur waren. Warhol werkte op het snijvlak van kunst en media. Net als Dalí begreep hij intïutief hoe media, door herhaling, een beeld of een idee uitvergroten en versterken. Maar anders dan Dalí hanteerde hij media als medium, het scherm als canvas. Als eerste kunstenaar realiseerde hij zich in een mediawereld te leven en handelde ernaar. Hij werd de vormgever van de mediamaatschappij. Hij verpakte lucht in glitter, letterlijk.
Andy Warhol – Silver Clouds (1966)
Mediaproductie is reproductie
Kunstmatige reproductie is het wezen van media. Reproductie werd voor Warhol de kern van zijn kunst. De dood en glamour, kunstmatigheid, zijn onderwerpen. Reclame, foto’s uit boulevardbladen – kortgezegd, mediauitingen – zijn materiaal. Hij beeldde mediasterren, objecten van verering, af als iconen; opnieuw, letterlijk. In de geest van Duchamps verhief hij de maaksels van de consumptiemaatschappij – gestylede massaproducten als colaflessen, soepblikken en Brillo dozen – tot kunstobjecten. Zijn impliciete commentaar: media verleiden tot consumptie. Media zijn consumptie.
Warhols kunst spiegelt een kunstmatige wereld, die alleen uit oppervlak en uiterlijk bestaat. Waarin het verschil tussen repro en real is vervaagd. Waarin consumptie doel is, geen middel. Tegen een journalist zei hij: ‘Ik had altijd het vermoeden dat ik naar een scherm keek in plaats van te leven. Ik was er niet echt. Mensen zeggen soms dat de dingen niet echt zijn zoals ze op het scherm gebeuren. Maar het is andersom. Zoals de dingen in het echt gebeuren, dat is niet echt. Op het scherm zien emoties er echt en sterk uit, maar als het je in het echt overkomt is het alsof je naar een scherm kijkt. Het is namaak. Je voelt niets.’ Andy voelde de leegte van een wereld waarin mediareproducties het leven hebben vervangen. Hij werd zelf een kunstwerk, een mediacreatie.
Uiterlijk is alles en alles is uiterlijk
In de jaren zestig vond Andy Warhol de attitude van de moderne mediamens uit. Zijn studio was een fabriek, letterlijk: The Factory. Hij filmde zijn slapende vriend (Sleep, 1963) en het Empire State Building (Empire, 1964). Films die zes of acht uur duren en één statisch beeld geven, zonder montage. In zijn studio nodigde hij beroemdheden uit en zette ze voor zijn Arriflex-camera op statief. Ze moesten in de lens kijken, tot de filmrol van drie minuten was verschoten. De kunstenaar zette de camera aan en liep weg. Reality tv en de selfie komen uit de koker van Warhol. Hij muntte de term superster. Roem kun je creëren.
Andy Warhol was een kijker, geen deelnemer. Een voyeur, geen acteur. Of toch wel, want de pruik en de bril en de met fluisterstem ironiserende mediaheld Andy Warhol was de façade waarachter de verlegen en diep religieuze Andy Warhola, jongste zoon van katholieke immigranten uit Slowakije, verscholen ging. Die bestond in het echte leven en bedacht de mediaster. In de geestenwereld van de media figureerde Andy Warhol, het simulacrum van een kunstenaar die niet bestond. ‘Ik was er niet echt.’
Andy Warhols TDK commercial
Zijn beroemdste uitspraak, tot vervelens toe geciteerd, de soundbite die een eigen leven is gaan leiden, stamt uit 1968. In de catalogus bij een Warhol-tentoonstelling in Stockholm staat: ‘in de toekomst zal iedereen voor vijftien minuten wereldberoemd zijn’. Het eeuwige nu is niet langer voorbehouden aan visionaire kunstenaars, iedereen leeft tegenwoordig in een wereld zonder horizon. Iedereen legt zijn leven vast, op Facebook, Instagram of Twitter. Dankzij de digitale media, internet voorop, is glamour gedemocratiseerd, iedereen een ster. En wie geen ster is bestaat niet. Die is er niet echt.
Andy Warhol – The Complete Picture
Meer