Mo Henry is negative cutter van beroep, wellicht de minst bekende discipline van het filmproductieproces. Ze snijdt in het originele filmnegatief.
Films worden niet gemonteerd met het originele materiaal, maar met kopieën. Wanneer de editor uit het ruwe filmmateriaal het eindproduct, de film, heeft gemonteerd, gaat Mo Henry aan de slag.
Met de gemonteerde film als uitgangspunt snijdt ze in het originele materiaal, het filmnegatief. Ze knipt uit de rollen ruwe film de benodigde beelden en plakt die aan elkaar tot de film zoals de regisseur die wenst. Van haar knip- en plakwerk uit de negatieve filmrollen worden de kopieën gemaakt die in de bioscoop zijn te zien.
Van het negatief – de belichte film uit de camera’s die draaien op de filmset – bestaat maar één exemplaar, het is de bron van alle kopieën. En anders dan in de digitale wereld zijn kopieën in de ‘ouderwetse’ wereld van analoge technologie steevast minder van kwaliteit dan het origineel. (Geen nood filmkijker, in de bioscoop draaien digitale kopieën die digitaal worden geprojecteerd.)
IMAX vangt het meeste licht
Op de schouders van Mo Henry rust druk. Ze kan zich geen fouten veroorloven, want dan is het origineel verknald. Secuur werkje, derhalve. Ze lijdt naar eigen zeggen aan een obsessieve dwangstoornis. Dat is in haar specialistische werk een voordeel.
Al is het beroep van negative cutter een vak, het is geen ambacht. Het wordt met de handen gedaan, maar is geen handwerk. Het is manuele arbeid—subtiel verschil. “Ik ben niet creatief”, zegt ze zelf. “Behalve als ik een fout maak.” Bij het snijden van Jaws brak ze enkele fragmenten van het negatief. “Maar dat heeft niemand gemerkt.”
Jaws was Mo Henry’s eerste klus als negative cutter. Voor de betrokken filmstudio was het geen belangrijke film, dus dat werk kon aan een beginner worden overgelaten. Sindsdien heeft ze gesneden in het originele materiaal van meer dan driehonderd films, waaronder The Matrix-trilogie, Mulholland Drive en The Other Side of the Wind, recentelijk voltooid uit de honderden filmblikken die Orson Welles heeft nagelaten.
Trailer The Other Side of the Wind
Ze sneed ook in de negatieven van Interstellar, de sciencefictionfilm van Christopher Nolan. De Britse regisseur is een bekend voorstander van het draaien op analoge film – de computeranimaties worden daar later ingeplakt – en bepaald kieskeurig als het aankomt op lenzen, filmstock (het analoge filmmateriaal) en beeldformaten. Het afwijkende IMAX heeft zijn voorkeur, dat heeft het grootste oppervlak en vangt bijgevolg het meeste licht.
Resolutie
Beeldformaat en filmstock hebben veel met elkaar te maken; een afwijkend beeldformaat vraagt om een ander soort filmrol. Vuistregel: hoe breder de filmrol, hoe breder het beeld op het doek. Het beeld van het kleinst gangbare formaat, 8 millimeter (super-8), is bijna vierkant; dat van het grootste formaat, 70 millimeter, is het breedst. Daartussen zitten 16 millimeter en het gangbare formaat voor de bisocoopfilm, 35 millimeter. IMAX wijkt daar van af, het is breed én lang.
In de jaren negentig zijn delen van het filmproductieproces gedigitaliseerd, ook de montage. De analoge film wordt digitaal gescand en met behulp van software gemonteerd in speciale apparatuur; het bekendste niet-lineaire montagesysteem is van het Amerikaanse bedrijf Avid. Sinds de brede introductie van de digitale filmcamera in 2007 schieten veel regisseurs hun film als bestand van enen en nullen.
Trailer Interstellar (IMAX)
Ook die zijn gestandaardiseerd, in dit geval naar resolutie (informatiedichtheid per beeldeenheid). Aanvankelijk werden digitale films in de bioscoop vertoond met een resolutie van 2K (2000 pixels per beeldregel), inmiddels is 4K de standaard en 8K komt er aan. Ruwweg correspondeert 2K met 16 millimeter-film, 4K met 35 millimeter-film en 8K met 70 millimeter-film.
Verdwijnt analoge film?
Het bedrijf van Mo Henry is het laatste in zijn soort in de Verenigde Staten, en wellicht in de wereld. Door de digitalisering van het filmbedrijf verdwijnt het vak van negative cutter. Henry vertegenwoordigt de vierde generatie van een familie die zich in het vak heeft gespecialiseerd. Haar zoon is in haar voetspoeren getreden en vormt de vijfde generatie. “En wellicht de laatste.”
Toch zijn er regisseurs als Christopher Nolan, Quentin Tarantino en J.J. Abrams die analoog verkiezen boven digitaal en zich inzetten voor behoud van analoog filmmateriaal. Ze maakten in 2015 afspraken met Kodak, de fabrikant van filmstock, voor de fabricage van een partij ‘ouderwetse’ filmrollen. Die raken inmiddels op en het is onzeker of Kodak de productie zal herhalen. Mo Henry heeft al meegemaakt dat speciale filmstock voor dissolves (overvloeiers) niet meer beschikbaar bleek; via een oproep op Facebook werd het gevonden in Duitsland.
Trailer Godzilla II: King of the Monsters (IMAX)
Zelf is Mo Henry enigszins verbaasd dat regisseurs op speciale filmformaten willen draaien. “Er zijn in Hollwood maar drie theaters die 70 millimeter-film kunnen projecteren en er is slechts één IMAX-theater.”
Laatste der Mohicanen
Vooral in de montagefase biedt digitaal voordelen, het werkt veel sneller. “Waar je twee tot drie dagen nodig had om één filmrol te monteren, gebeurt dat digitaal in drie uur”. Resultaat: in de jaren negentig werd er veel sneller gemonteerd dan daarvoor. “Van 200 naar 700 fragmenten per filmrol.” De Avid-machine maakt dat mogelijk.
Al zijn Mo Henry en haar zoon de laatsten der Mohicanen en is er in Hollywood nog maar één bedrijf dat film ontwikkelt, het is goed mogelijk dat analoge film – net als vinyl, de cassette en de zwart-wit film – een comeback maakt.
Beide methodes, analoog en digitaal, kunnen goed naast elkaar bestaan, elk met hun eigen voordelen. Ze wijst ook op India en Bollywood, de grootste filmindustrie ter wereld, waar analoge film verre van uitgestorven is. En, vraagt Mo Henry zich hardop af: “Blijft digitale film wel goed bewaard?”