De vooruitgang wordt gedreven door technologie.Vooruitgang is mooi, vooruitgang is goed. Wie wordt er niet blij van vooruitgang? Maar is de vooruitgang na al die technologische vernieuwing nog wel wat hij vroeger was?
Als we de techno-utopisten mogen geloven staan we aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De productie van gebruiksartikelen als auto’s en wasmachines is de vorige eeuw geautomatiseerd, en beheer van elektriciteitscentrales en afwikkeling van het financiële verkeer wordt sinds enkele decennia voornamelijk door computers uitgevoerd. Binnenkort wordt het doorsnee kantoorkarwei verwerkt door kunstmatige intelligentie en logistieke taken door robots. Alleen voor creatief werk zijn nog mensen nodig. De rest heeft een uitkering en eeuwig vakantie.
Even opsommen. De eerste industriële revolutie, ingezet in Engeland rond 1750, mechaniseerde arbeid door middel van stoom. (Daarvoor hadden we overigens al de nulde industriële revolutie, die van de Gouden Eeuw in Nederland: die draaide op wind en molens.) De tweede, van eind negentiende eeuw, draaide op stroom. De samenleving werd elektrisch, met de gloeilamp, telefoon en later radio, koelkast, stofzuiger en televisie. De explosiemotor bracht de auto, kunststofmaterialen nieuwe producten. De derde industriële revolutie, de digitale, maakte van computers een extra brein dat je in je broekzak of handtas meedraagt. Nu staan de robotten voor de deur.
ICT-revolutie
Van windgedreven houtzagerij naar nanorobotjes in slechts vier eeuwen, het is nogal wat. Voor grote aantallen mensen is het leven enorm opgefleurd, niet langer een barre overlevingsstrijd. Wie wordt er niet blij van vooruitgang?
De techno-utopisten menen dat de digitale revolutie de vooruitgang nog verder opjaagt. Het gaat sneller dan ooit en, claimt men, in de veronderstelling dat elke verandering positief is, het gaat beter dan ooit. De techno-utopisten presenteren zich als nazaten van de gebroeders Grimm, ze vertellen sprookjes. De ene technologische revolutie is de andere niet.
Vooral de tweede industriële revolutie, die van de stroom, heeft het leven ingrijpend veraangenaamd. De kwaliteit van arbeidsomstandigheden, voedsel, medische zorg, wooncomfort en onderwijs verbeterde op ongekende wijze. Zo ongeveer alle facetten van het bestaan werden door stroom verrijkt.
De digitale revolutie is ingrijpend, maar minder veelomvattend dan zijn voorganger. Computers hebben impact op communicatie en informatieverwerking, de digitale revolutie is een ICT-revolutie. Het leven omvat echter meer dan het boekhouden en rondpompen van data. Van een slim algoritme ga je niet langer leven, van minder stress wel.
Creativiteit is koning
Het is een kenmerk van revoluties dat ze de winst van de vorige omwenteling opeten. Na 1970 verdween de industriële productie van bijvoorbeeld auto’s, schepen en vliegtuigen uit ons land. Nederland was geen ‘maakland’ meer, Nederland werd een ‘dienstenland’. Als de komende robotisering leidt tot kaalslag in de dienstensector – en iedereen met een ondersteunende kantoorbaan moet zich achter de oren krabben – evolueert Nederland, zo is de gedachte van techno-utopisten en beleidsmakers, tot een ‘kennis en innovatieland’ waar creativiteit koning is.
Maar zijn al die hoger-opgeleiden, 40 procent van de beroepsbevolking inmiddels, daadwerkelijk creatief? En wat doen we met al die overtallige managers, dat middenkader dat in rap tempo overbodig wordt? Zijn die creatief genoeg om zich aan te passen aan de eisen van de kennismaatschappij? En al die werklozen langs de zijlijn, wier werk is weggeautomatiseerd, waar gaan die hun hypotheek van betalen? Hoe die te voegen in de ‘vooruitgang’? Of betekent vooruitging nu iets anders dan het vroeger betekende?
Groeiende ongelijkheid
Voorgaande generaties hebben ongekende veranderingen meegemaakt en zagen het leven op alle vlakken beter worden. Ze vertrouwden erop dat het zo zou doorgaan, de toekomst bracht heil en zegeningen. De weg ging omhoog, een wenkend verschiet om naar uit te kijken. Maar uitzien naar de toekomst heeft iets nostalgisch gekregen. Wie wordt (pardon the pun) warm van klimaatsverandering, overbevolking, de groeiende kloof tussen arm en rijk, tussen ontwikkeld en achtergebleven? Waar de tweede industriële revolutie welvaart voor de hele samenleving stimuleerde, is de digitale revolutie vooral een motor van ongelijkheid.
Dat is geen sprookje, zoals de Amerikaanse econoom Robert J. Gordon in zijn boek The Rise and Fall of American Growth vaststelt. Tussen 1870 en 1970, de eeuw van de stroomrevolutie, maakte de levensstandaard een enorme sprong. Na de jaren zestig is het weinig beter geworden en in belangrijke opzichten zelfs minder. “De ICT-revolutie leidt voor de meeste Amerikanen tot een lagere levensstandaard,” constateert Gordon. Dankzij de computer is de toekomst niet meer wat die was. De rat race is nog rattiger geworden. Dat kun je nauwelijks vooruitgang noemen.
Surviving progress (condensed version)
Meer