Tokyo Twilight: De afwezige moeder

Tokyo Twilight, een van de minder bekende – en geliefde – films van de Japanse regisseur Yasuhirô Ozu, verdient een betere reputatie.

Familie en familierelaties zijn, met liefde en dood, het belangrijkste thema van de verhalende kunsten; literatuur en cinema. Familie is het belangrijkste, wellicht het enige thema van de Japanse regisseur Yasuhirô Ozu (1903-1963). Voor hem is een goed leven een leven zonder egoïsme of overdreven ambities, zonder onrust en verleiding, sereen als een Zentuin. Het is beter om te berusten in de vergankelijkheid der dingen, de levenswijsheid die men in Japan kent als mono no aware.

Dat is het ideaal en het dagelijkse rumoer is de mist die het zicht op de innerlijke vrede beneemt. In zijn films zoomt Ozu in op de ruis die het gezinsleven genereert, de spanning tussen echtgenoten, tussen de generaties met hun eigen waarden, tussen traditie en groei. Tussen verwachting en wensdromen.

Tokyo Twilight (Tôkyô boshoku) verscheen op 30 april 1957 in de Japanse bioscoop, een jaar na Early Spring (Sôshun). Het zijn Ozu’s minst gewaardeerde en minst bekende films, een dip in de reeks van dertien films die hij maakte tussen zijn creatieve renaissance in 1949 en zijn dood in 1963.

Die films werden in het westen laat ontdekt, maar vestigden Ozu’s reputatie als een van de grootste regisseurs van niet alleen de Japanse cinema, maar van de wereldcinema tout court; Late Spring (Banshun, 1949) en Tokyo Story (Tôkyô monogatari, 1953) gelden als twee van de beste films ooit gemaakt. De hele reeks van dertien films gedraaid tussen 1949 en 1963 geldt als hoogtepunt, met Tokyo Twilight en Early Spring als uitzondering.

Winter van de ziel

En dat is in het geval van Tokyo Twilight onterecht. Al is het wel te verklaren, het is Ozu’s donkerste film. Het is ook zijn enige film die is gesitueerd in de winter, een omstandigheid die de emotionele leegte typeert waarin de filmpersonages leven. Het is de winter van de ziel.

In verschillende Ozu-films is het gezin onvolledig, één van de ouders of kinderen is overleden. Ook het gezin van Tokyo Twilight telt een lege plek aan tafel, de moeder is afwezig. Ze is niet overleden, ze heeft – en dat is in het Ozu-universum van berusting en empathie een ondenkbaar unicum – het gezin verlaten.

De film richt zich op de twee dochters, Akiko (Ineko Arima) en haar oudere zus Takako, gespeeld door Setsuko Hara in één van de zes films die ze met Ozu maakte. Ook de vader is een vaste Ozu-acteur, Chishû Ryû; hij speelt in zo ongeveer alle films van Ozu, vaak de hoofdrol.

Zien we in de gebruikelijke Ozu-film een gezin – of in het geval van Floating Weeds (Ukigusa, 1959) een rondreizend theatergezelschap als pseudo-gezin – in balans, het gezin van Tokyo Twilight is ernstig uit evenwicht. De moeder is weg. De oudere, getrouwde zus heeft haar man verlaten en woont met peuterdochter weer bij haar vader. De jongere, ongetrouwde zus zit vol onvrede en onrust. We zien haar in de film voortdurend van huis, in dranklokalen en een mahjong café op zoek naar de minnaar die haar heeft bezwangerd.

 

Talking with Ozu (1993)

 

Verbroken harmonie

Dat kan niet goed gaan en dat doet het ook niet. Wie in het na-oorlogse oeuvre van Ozu wil zoeken naar een film noir, komt uit bij Tokyo Twilight. Die titel is meer dan een hint, het is een donkere, fatalistische film. Ook letterlijk: veel scenes spelen bij kunstlicht of buitenshuis, in de donkerte van de winter in een foeilelijke industriële omgeving. Het is een kille wereld.

De zussen hebben tegengestelde problemen. De oudere zus met kind verlaat haar man, de jongere zus is met haar nog ongeboren kind door haar minnaar verlaten. En de zussen kiezen voor tegengestelde oplossingen. De oudere zus schikt zich en herstelt de verbroken harmonie.

De jongere zus staat voor een onoplosbaar dilemma. Abortus betekent afwijzing van het nog ongeboren kind, het trauma dat haar moeder haar heeft aangedaan. Maar zonder abortus wijst de minnaar haar af. De uitweg uit het probleem is onherroepelijk en diep tragisch. Tokyo Twilight is een gitzwarte film. Ozu’s melodrama is nimmer sentimenteel, deze film is spijkerhard. Hier is de mono no aware ver te zoeken.

Lege shots

Tokyo Twilight is Ozu’s laatste film gedraaid in zwartwit. Wellicht symbolisch, want in kleur zou hij bij de kijker niet zo hard binnenkomen als hij nu doet. En wellicht was er ook voor Ozu een grens bereikt. Early Spring uit 1956, een ensemblefilm over een overspelige echtgenoot, een soort Japanse Elckerlyc, was een minder geslaagde variatie op zijn vaste vertelling. In Tokyo Twilight is berusting in de vergankelijkheid der dingen geen troost. Sommige leegtes zijn onverdraaglijk.

Tokyo Twilight verdient – anders dan Early Spring – meer waardering dan de film geniet. Het is onmiskenbaar een Ozu-film, alleen anders dan we van hem gewend zijn. Het is ook een film die zijn oeuvre rijker maakt. Naast de humor, de existentiele eenzaamheid, de verfijnde levenswijsheden en de mono no aware, is er hier de de uitzichtloze wanhoop van de verlaten ziel, de leegte als verstikkend vacuüm.

Wijkt Tokyo Twilight qua toon af van Ozu’s vaste aanpak, de filmstijl is zoals we de regisseur kennen. Het kikkerperspectief, de statische cameravoering, de 50-millimeterlens—het is allemaal klassiek Ozu. Ook de thematiek is des Ozu’s, de film speelt in de schemer tussen individualisme en traditie. Een andere Ozu-karakteristiek, de elliptische verteltrant, is in deze film tot centraal plot-element verheven. De regisseur toont nimmer belangrijke gebeurtenissen, maar verwijst ernaar in de dialogen van de scènes die eraan voorafgaan of erop volgen.

In Tokyo Twilight is de afwezige moeder de belangrijke gebeurtenis, daar draait de film om. Dat afwezigheid, leegte, centraal staat, visualiseert hij door, net als in al zijn films, scènes net iets te lang te laten doordraaien, ook als de handeling of de dialoog is voltooid – het is een kwestie van ritme. Alleen is het beeld nu leeg, de personages zijn uit het kader gelopen, hebben de kamer verlaten. Tokyo Twilight toont hoe je met afwezigheid en leegte een film kunt maken over afwezigheid en leegte. Ozu is de regisseur van het niets—in al zijn gedaantes.

 

Tokyo Twilight (Tôkyô boshoku, 1957)

 

Geef als eerste reactie