Er is acid dankzij Ikutaro Kakehashi

Acid heet het genre dat bestaat dankzij de Roland TB-303, het legendarische apparaat uit de fabrieken van Ikutaro Kakehashi.

Ikutaro Kakehashi overleed, 87 jaar oud, op 1 april. Anders dan Leo Fender of Robert Moog is zijn achternaam niet synoniem geworden met het muziekinstrument dat hij ontwierp, maar iedereen die na 1970 is geboren heeft een Kakehashi gehoord. Alleen noemen we die niet zo, we kennen we het apparaat als de Roland TR-808 drumcomputer. De vroege Engelse house act 808 State vernoemde zich ernaar.

De jaren tachtig, de tijd van electropop en de eerste techno en house, waren voor Ikutaro Kakehashi de invloedrijkste jaren, de tijd dat hij achter de schermen een onuitwisbaar stempel op de eigentijdse muziek drukte. In de jaren zeventig waren elektronische muziekinstrumenten – synthesizers, sequencers en drumcomputers – nieuw en tamelijk exotisch. In de jaren tachtig werden ze even normaal als gitaren en slagwerk. En even betaalbaar. Een flink aantal kwam uit zijn Roland fabrieken.

 

808 State – Pacific State

 

Begin jaren tachtig bracht Kakehashi een aantal Amerikaanse en Japanse producenten van elektronische instrumenten bij elkaar om een gemeenschappelijke standaard af te spreken. MIDI (Musical Instrument Digital Interface) maakt het mogelijk dat elektronische apparatuur met elkaar kan praten omdat alle apparaten dezelfde spreken.

MIDI is een protocol—geen taal, maar de syntaxis van een taal. Als mensen met elkaar praten, houden ze zich aan de regels van de taal maar kiezen zelf de woorden die ze gebruiken. Zo werkt het ook voor elektronische apparatuur. Dankzij MIDI kunnen muzikanten een veelvoud aan synthesizers aansturen vanaf één toetsenbord. MIDI maakte de muren van keyboards waarmee Rick Wakeman en Keith Emerson in de jaren zeventig op het toneel stonden, tot een archaïsch verschijnsel. MIDI smeedde alle elektronische dialecten (ieder apparaat zijn eigen idioom) tot een universale taal.

 

Rick Wakeman – Excerpts from The Six Wives of Henry VIII (1972)

 

Terwijl Robert Moog in Amerika sleutelde aan wat de eerste synthesizer zou worden, concentreerde Kakahashi zich op elektronisch slagwerk. In 1964 presenteerde zijn bedrijf Ace Tone (opgericht in 1960) de eerste elektronische drum set: de R1 Rhythm Ace moest met de hand worden bediend. De FR-1 Rhythm Ace uit 1967 werkte met presets en was de eerste commercieel beschikbare losstaande drummachine.

In 1978 kwam Kakahashi, via zijn in 1972 opgerichte bedrijf Roland, met de eerste programmeerbare drummachine, de Roland CR-78. Het door de muzikant geprogrammeerde patroon kon ook worden opgeslagen. Die drummachine is te horen op verschillende klassiek geworden hits van rond 1980, waaronder Vienna van Ultravox en Phil Collins’ In The Air Tonight.

 

Blondie – Heart of Glass

 

Was de CR-78 een succes, zijn opvolger, de Roland 808 uit 1980, werd ingehaald door de snelle ontwikkelingen op het gebied van elektronische apparatuur. Hij kwam te vroeg voor de opkomst van house en techno van eind jaren tachtig en werd in 1984 vervangen door zijn moderne broertje, de Roland 909. Die werkte deels met samples – waar de 808 nog geheel analoog was –  en was als eerste in zijn soort geschikt voor MIDI.

Werd de 909 populair onder house en techno producers, zijn voorganger, de 808, groeide in de jaren nadat de productie was gestaakt uit tot een icoon. Zoals de Fender Telecaster wordt geïdentificeerd met de rock ’n roll van de jaren vijftig en de Fender Telecaster de instrumentale rock (The Shadows, surf) van de vroege jaren zestig symboliseert, zo typeert de Roland TR-808 het geluid van house en techno.

 

Royal House – Can You Party

 

Het verhaal van de 808 – beperkt succes, snel ingehaald, maar met vertraging uitgegroeid tot symbool – gaat in nog extremere mate op voor dat andere iconische apparaat dat Roland in de jaren tachtig heeft geïntroduceerd. De Roland TB-303 werd niet geadopteerd door een nieuwe muziekstijl, hij creëerde een nieuwe stijl—acid.

De TB-303 (Transistor Bass) was bedoeld als elektronische bas, een synthesizer om, met behulp van de ingebouwde sequencer , baspartijen te realiseren. Maar het apparaat viel bijna onmogelijk te programmeren en sloeg aanvankelijk niet aan, zodat het nog geen twee jaar na zijn introductie in 1984 van de markt werd gehaald. En roemloos leek te verdwijnen.

Tot Spanky, DJ Pierre en Herb J in Chicago met het apparaat gingen experimenteren en het zwaar overstuurden. Onder de naam Phuture brachten ze het resultaat in 1987 uit als Acid Tracks en een nieuwe genre van elektronische clubmuziek was geboren. Het gaf de naam aan de muziek die in 1988 in Engelse en Nederlandse dansclubs razendsnel populair werd. Men sprak toendertijd over acid house, het is later bekend geworden als house en techno. Produceren noemen het apparaat de ‘acid bak’.

 

Phuture – Acid Tracks

 

En zo werd het geflopte instrument de hoeksteen van een nieuw genre, door – en dat is typerend – het op een andere manier te gebruiken dan waarvoor het door de fabrikant was bedoeld. De 303 heeft zijn overstuurde geluid gemeen met de distortie die de elektrische gitaar zijn karakter geeft, net zoals de 808 drummachine dankzij zijn transistors populairder is gebleken dan zijn MIDI-gestuurde broertje, de 909. Vervorming ontdoet klank van zijn klinische karakter, maakt de muziek ‘menselijk’.

Ikutaro Kakehashi is met Robert Moog en Peter Zinovieff, de man achter de VCS 3 synthesizer, een sleutelfiguur in de ontwikkeling van elektronische muziekinstrumenten en heeft nooit het voetlicht gezocht. Zijn handafdruk is letterlijk terug te vinden in de RockWalk in Hollywood, zijn leven terug te lezen in de autiobiografie I Believe in Music. Zijn denkbeeldige handafdruk is dagelijks te horen.

 

Hardfloor – The Art Of Acid

Geef als eerste reactie