“Je hebt ogen om te kijken, maar hersens om te zien” een waarheid als een koe. Deze keer twee ogenschijnlijk verwante, maar eigenlijk heel verschillende toepassingen van data: verzamelen en gebruiken. In dit betoog schetst ik mijn bedenkingen bij de premisse ‘kennis is macht’ en geef ik een beter alternatief voor de huidige situatie: ‘begrip is macht’.
Ken je deze mop al?
Wat krijg je als je een berg data verzamelt? Een berg data. The Great Robot Race is een documentaire uit 2006 over The Great Challenge, een wedstrijd voor zelfsturende auto’s, robotten dus. Op initiatief van DARPA, de afdeling onderzoek en ontwikkeling van het Amerikaanse leger, moesten twintig geselecteerde teams binnen tien uur een traject van 132 mijl (218 kilometer) door de woestijn nabij Las Vegas afleggen. De eerste editie, in 2004, werd een grandioos fiasco. In die race strandde de langste volhouder al na tien kilometer.
De grote favoriet van de tweede editie was Sandstorm van Team Red, onder leiding van William ‘Red’ Whittaker. Deze ex-marinier heeft een solide reputatie in de wereld der professionele robots. Hij zweert bij bewerkt metaal, meent dat hardware minstens zo belangrijk is als software en pakt de klus aan als betreft het een militaire operatie. Zijn belangrijkste tegenstrever, Sebastian Thrun, is een ex-Red Team-lid met afwijkende ideeën. Hardware gaat snel kapot en sensoren zijn kwetsbaar, redeneert hij. Zijn oplossing: betere software. Thrun stuurt Team Blue aan, hun robot heet Stanley.
Meer is beter
Het is een adembenemende race. De strijd gaat tussen krankzinnige vehikels en twee benaderingen die haaks op elkaar staan. Team Red zweert bij overkill en micromanagement. Men zet niet één, maar twee robots in; Sandstorm krijgt gezelschap van Highlander, een omgebouwde Hummer. Dat tweetal zit volgepakt met sensoren want, aldus de filosofie van Red Whittaker, hoe meer informatie hoe beter. De robots volgen een tot in detail geformuleerd draaiboek. Voor elke meter van het parcours is hun snelheid geprogrammeerd. Je kunt je afvragen in hoeverre Sandstorm en Highlander autonoom zijn.
Team Blue van Thrun daarentegen vertrouwt op de denkkracht van hun robot. Alles aan Stanley is standaard, behalve zijn brein. Stanley leert snel en kan improviseren, zelfstandig beslissen op momenten dat het protocol te kort schiet. Wat hij mist aan snelheid en agressie, compenseert hij met denkkracht en flexibiliteit. Op eenvoudig terrein is hij in het nadeel, op lastig terrein in het voordeel. De lezer zal inmiddels hebben begrepen welke robot The Great Challenge op zijn naam heeft geschreven.
Braniebakken
Toen ik Thrun over de uitdaging hoorde praten, wilde ik direct geld op hem inzetten. De aanpak van Team Red heeft iets archaïsch, iets 20ste eeuws, iets analoogs. Teveel Godzilla, size matters, hoe meer hoe beter. Een berg data verzameld, en dan? Dan moet je die informatie vervolgens uitleggen, want informatie betekent op zich niets. Blue Teams Stanley daarentegen is lean and mean. Hij koerst op begrip, niet op brute kracht.
Niet de informatie telt, maar wat je ermee doet. Je hebt ogen nodig om te kijken, maar hersens om te zien. De robots van Team Red zijn braniebakken zonder concept van de wereld. Stanley is een nerdy gezinsauto die leert van zijn fouten. Er zijn lessen te trekken uit The Great Robot Race. Corporate is uit, het flexteam in. Samenwerking is belangrijker dan competitie. Expertise overtreft spreadsheets. En het belangrijkste: de kreet ‘kennis is macht’ berust op een denkfout. Begrip is macht. Daar kan geen dataslurper tegenop.
Geïnspireerd door dit artikel? Lees dan ook: