De K van kwaliteit

De K van kwaliteit

Niet alles kun je meten en het zijn juist waarden – in tegenstelling tot normen  die zich niet in een getal laten vangen. De K van kwaliteit past niet in het spreadsheet en dat heeft consequenties.

Ik ben 1,85 meter lang en heb de zon 21.853 keer zien opkomen. Ik stond vanochtend 8 minuten en 19 seconden onder de douche, die een temperatuur van 41,3 graden Celcius had. Mijn schoenmaat is 42 en ik heb gisteren 53 minuten en 11 seconden beltijd op mijn mobiele telefoon verbruikt. Ik heb 281 LinkedIn vrienden en de laatste film van Christopher Nolan 5 sterren gegeven. Tijdens het schrijven van dat stukje – 587 woorden in 63 minuten, rookpauzes niet meegeteld – dronk ik 3 koppen koffie en stak, buiten uiteraard, 2 sigaretten op. Als ik via Duckduckgo op Christopher Nolan zoek, krijg ik in 0,4 seconden 2.467.988 meldingen. Wat weet ik nu? Ben ik gelukkiger? Ben ik überhaupt gelukkig? Kan ik mijn geluk uitdrukken in een cijfer?

Niet alles kun je meten en het zijn juist waarden – in tegenstelling tot normen – die zich niet in een getal laten vangen. Zoals schoonheid. Of verbeelding. En geluk, of iets preciezer: kwaliteit. (Waarbij we geluk omschrijven als kwaliteit van leven.) Wat is dat eigenlijk, kwaliteit? Probeer een definitie te formuleren en je zult merken dat je hopeloos vastloopt. Maar zonder het te kunnen omschrijven, herken je kwaliteit onmiddellijk. Kwaliteit ervaar je. Kwaliteit is. Het is geen eigenschap. Het is de kern, het wezen. Kwaliteit is ons westerse woord voor tao, de weg.

Rationele bril

Kwaliteit is onstoffelijk, het staat buiten de wereld van cijfers. In zijn roman Zen en de kunst van het motoronderhoud, verschenen in 1975, plaatst Robert M. Pirsig de dualistische manier van denken die eigen is aan de Westerse cultuur – en ons bijvoorbeeld de computer bracht, het dualistische apparaat bij uitstek dat alles opdeelt in 1 (aan) en 0 (uit) – tegenover een denkhouding die de wereld niet opdeelt in ‘ik’ en ‘de rest’, in subject en object, in binnen en buiten, in wat je denkt en wat je waarneemt. Voor een westerling, opgevoed met ‘ik denk, dus ik ben’, klinkt dat al snel als ondoorgrondelijke mystiek. Wie door een rationele bril naar de wereld kijkt, ziet kwaliteit niet. Die ziet cijfers. En begint te tellen.

Zen and the Art of Motorcycle Maintenance

Wat moet een computer met iets onmeetbaars als kwaliteit, of schoonheid, of verbeelding? Helemaal niets. Past niet in zijn denkraam. Is niet op te breken in 1-en en 0-en. Kan hij drie keer niks mee. De computer heeft geen verbeelding, is niet creatief, ontbreekt het aan intuïtie, kan niet ervaren en is doof-stom-en-blind voor kwaliteit. Delegeer een stukje van jezelf – (een deel van) je geheugen, parate kennis, vaardigheden als hoofdrekenen en selecteren op persoonlijke smaak – naar de computer en je wordt, onbedoeld maar onvermijdelijk, iets minder mens en iers meer computer. Waardoor er kwaliteit uit je leven verdwijnt. Je raakt de weg en een stukje van jezelf kwijt.

Scheppend vermogen

In 1996 versloeg de schaakcomputer Deep Blue de op dat moment regerend wereldkampioen, Gari Kasparov. Geen kunst, want een computer, mists krachtig genoeg en adequaat geprogrammeerd, bewaart alle mogelijke zetten in zijn geheugen en rekent razendsnel door wat de meest voordelige zet is. Tegen die brute rekenkracht legt de menselijke cognitie het af. Wat de computer niet heeft, in tegenstelling tot de vakman, is ‘een neus’ voor de goede oplossing: intuïtie, op basis van ervaring en leervermogen. Geen nood, zeggen wetenschappers die zich bezig houden met kunstmatige intelligentie: het robotbrein wordt zelflerend. Mooi, maar zal kunstmatige intelligentie ook creatief zijn, over verbeelding en intuïtie beschikken? Gevoelig zijn voor kwaliteit? Wanneer gaat superieure rekenkracht over in sensitiviteit voor schoonheid? Zijn die twee te verenigen?

Game Over: Kasparov and the Machine

Kwaliteit past niet in een spreadsheet en dat kun je ook omdraaien. Het ontbreekt het spreadsheet aan kwaliteit en dat heeft consequenties. Cijfers en spreadsheets gaan over vorm, meetbare eenheden, de buitenkant – niet de inhoud, laat staan de kern. Creativiteit is het vinden van oorspronkelijke oplossingen en laat zich per definitie niet vangen in een procedure of een protocol, dus over het vermogen tot scheppen van schoonheid van het kunstmatige brein hoeven we geen hoge verwachtingen te hebben. Alleen deze vuistregel voor creativiteit kun je programmeren: wil je out of the box, buiten de kaders denken? Gooi het kader weg. Wil je meer kwaliteit in je leven? Laat de computer even met rust.

BBC interview Robert M. Pirsig

 

Geef als eerste reactie