Aandacht is onbetaalbaar

De consument consumeert informatie. Maar informatie vraagt concentratie en consumeert de consument. Aandacht is onbetaalbaar.

Acht is meer als dûzend, zei mijn vader zaliger vaak. Daarmee wilde hij duidelijk maken dat aandacht onbetaalbaar is. Zelf zat hij, in opperste concentratie verzonken, te sleutelen aan naaimachines, dat was zijn vak. Hij kreeg ze altijd weer aan de praat, het leek alsof hij in trance de wereld en haar ruis buiten sloot en één werd met het probleem. Weinig kon hem meer irriteren dan iets – en dat kon van alles zijn – dat zijn concentratie verbrak. Aandacht was alles. Zonder aandacht ging het moeizaam. Of lukte het niet.

In 1971, het jaar dat mijn vader overleed, formuleerde de Amerikaanse wetenschapper Herbert Simon een gedachte die hem zou hebben aangesproken. “In een wereld rijk aan informatie is er tekort aan iets anders, namelijk aandacht. Een overdaad aan informatie creëert een gebrek aan aandacht en een noodzaak om die aandacht efficient te verdelen over alles wat om aandacht vraagt.” Simon schreef het net iets gewichtiger, maar deze vrije vertaling leest makkelijker.

Informatie consumeert de aandacht van de ontvanger. Denk daar eens over na: de consument van de 21ste eeuwse post-industriële, gedigitaliseerde samenleving waant zich een surfer van de overvloed-economie die met een druk op de knop door wolken van data vliegt en met één klik iedere gedachte met talloze anderen deelt of elk denkbaar product het zijne maakt. Het voelt machtig. Maar ondertussen wordt de consument geconsumeerd—door informatie.

Quasi-informatie

Wie dagelijks door de sociale media surft – en wie doet dat niet? – waadt door een groeiende brij van quasi-informatie. Quasi-informatie is informatie die geen informatie is, althans niet buiten zijn onmiddellijke context en die is van nano-bereik. Op het schap van de supermarkt staan om 11:31 twaalf blikken kippensoep en zeventien blikken tomatensoep. Om 14:15 zijn dat elf blikken kippensoep en zeven blikken tomatensoep en om 14:41 staat de teller op elf kip en twintig tomaat.

Elk van deze mededelingen betekent niets, het is quasi-informatie. Pas in combinatie gaan ze iets betekenen en zelfs dan is de betekenis beperkt. Mededeling 1 en mededeling 2 tonen de verkoop van kippensoep en tomatensoep tussen 11:31 en 14:15. Mededeling 2 en mededeling 3 maken duidelijk dat de tomatensoep tussen 14:15 en 14:41 is bijgevuld. Wellicht nuttige info voor de filiaalchef, maar niet voor de consument. Voor hem is het ruis.

Grijze brij

In zijn roman Blood Music, uit 1985, beschrijft de Amerikaanse sciencefiction auteur Greg Bear hoe nanotechnologie de wereld verandert in een gigantische brij van grijze pap. Zelf-replicerende nanorobots (miniscule robotjes die zichzelf kunnen bouwen) consumeren de wereld. Het leger nanobots groeit exponentieel en in no time zijn alle beschikbare grondstoffen verbruikt. Resultaat: de planeet is één vormloze grijze brij. Uniform. Zonder betekenis. Ruis.

Greg Bear over teveel informatie (TED Talk)

Dat een overvloed aan informatie resulteert in een continu gevecht om aandacht is intussen oud nieuws en dagelijkse realiteit. In de digitale wereld is aandacht de belangrijkste grondstof, het is de nieuwe munt. Om te worden gehoord gaat men steeds harder schreeuwen. De vorm is belangrijker geworden dan de inhoud. Om de inhoud te verwerken heb je concentratie nodig en die vervliegt in het geschreeuw.

Vorm gaat vooraf aan inhoud en valt dus eerder op. Voor je een boek leest, zie je eerst de omslag (tenzij je die eraf scheurt). Om een plaat zit een hoes en dat is een van de redenen waarom vinyl weer terug is: een muziekfile is vormloos. Maar vorm zonder inhoud is quasi-informatie. Vorm zonder inhoud is, paradoxaal genoeg, vormloos. Ruis.

Overvloed maakt arm

In het digitale universum wordt de informatie minder en minder zichtbaar achter een groeiende vloed aan atomaire privésignalen, quasi-informatie. De doorgekopieerde Twitter-berichten (elf kippensoep) en Facebook-post (schap bijgevuld) smeren de informatieruimte die internet in de grond van de zaak is dicht met een zichzelf replicerende grijze brij.

Wat Herbert Simon in 1971 niet benoemde was dat quasi-informatie zich gedraagt als informatie: het consumeert de ontvanger. Maar het is eenzijdig verbruik, het levert de consument niets op en versplintert zijn aandacht. Al die quasi-informatie maakt hem niet rijker, maar armer. Mijn vader had gelijk: acht is meer als dûzend. In zijn hoofd zat een uit-knop die de ruis af zette.

In de wereld van schaarste gold: tijd is geld. In de wereld van overvloed geldt: aandacht is onbetaalbaar. Wie de grijze brij wil ontstijgen, verkoopt zijn aandacht duur. Die logt uit.

Herbert Simon over ‘spreadsheet-denken’

Geef als eerste reactie