Future shock is de psychologische staat veroorzaakt door teveel verandering in te korte tijd. In reactie daarop worden we otaku, fan-verzamelaars.
Verzamelen is de mens eigen. Van Batman comics tot gedroogde zeepaardjes, er is iemand die er kasten vol van heeft staan. Praktisch nut heeft zo’n collectie Dinky Toy autootjes uit de jaren zestig niet, mogelijk wel waarde. Dat zou voor sommige verzamelaars het nut van de collectie kunnen zijn, maar dat zijn geen verzamelaars. Dat zijn speculanten die ‘investeren’ en hopen op de gek die er goed geld voor geeft. De ware verzamelaar doet zijn verzameling nimmer van de hand. Die is zijn verzameling geworden.
Het Japans heeft er een woord voor, otaku. Het staat voor de verzamelaar is zijn meest dwangmatige vorm. Het is een raak woord, want het legt een verband tussen de verzamelaar, zijn verzameling en zijn identiteit. Van oorsprong – en dat is nog niet zo gek lang geleden – werd otaku in Japan gebruikt als respectvolle aanduiding voor de familie of de clan van een aangesproken persoon. In overdrachtelijke zin betekent het ‘jij’.
Tegenwoordig betekent otaku zoiets als nerd en het is voor degenen die er mee behept zijn een geuzennaam geworden. Het staat voor de obsessieve fan die leidt aan bewustzijnsvernauwing en de wereld alleen nog ziet door de lens van zijn dwanggedachte, wat kan leiden tot onaangepast gedrag en sociale uitsluiting. Dat is voor de omgeving mogelijk een probleem, maar voor de otaku niet. Die kiest ervoor. Het is een lifestyle.
Miljardenindustrie
Geloof het of niet, maar de otaku is in Japan onderwerp van academische studie. Hoewel de term in de jaren tachtig voor het eerst in deze betekenis werd gebruikt als aanduiding voor de fanatieke liefhebbers van anime, de Japanse animatiefilm die op dat moment een creatieve explosie doormaakte, onderscheiden Japanse onderzoekers maar liefst twaalf subcategorieën van otaku. Het woord staat tegenwoordig voor iedere fan-verzamelaar, niet alleen van anime of manga.
En de fan-verzamelaar is een miljardenindustrie. Recente schattingen noemen het getal van 18 miljard dollar en een flink deel van dat astronomische bedrag wordt door fanatieke verzamelaars uitgegeven aan nutteloze objecten voor de heb. Om dicht bij strips te blijven, waar het woord otaku zijn oorsprong vond: de poppen en beelden van Amerikaanse striphelden zijn een immer uitdijend sub-universum van de comics wereld geworden. Alleen van Batman al zijn er meer dan vijfhonderd action figures uitgebracht, vaak in gelimiteerde oplage.
Future shock
Japan is het laboratorium voor de rest van de wereld, als het gaat om de omgang met technologie. De Amerikaanse sciencefiction auteur William Gibson is de man die in zijn debuutroman Neuromancer (1984) een datawereld beschreef die hij de matrix noemde; wij kennen het als het internet. Veel van Gibsons romans spelen in Japan, voor hem de perfecte setting voor de nabije toekomst. Hij noemt het land “the global imagination’s default setting for the future”.
De Amerikaanse futuroloog Alvin Toffler muntte de term future shock: de psychologische staat veroorzaakt door teveel verandering in te korte tijd. Tegenwoordig leiden we allemaal aan permanente future shock, maar Japan is een geval apart. Dat kreeg drie maal op rij met een harde reset te maken.
Alvin Tofflers Future Shock
Na twee eeuwen van totale isolatie gooide Japan in de jaren zestig van de negentiende eeuw de poorten open en omarmde de verworvenheden van het westen met extreme gretigheid. Het werd de eerste geïndustrialiseerde natie van Azië en nam naast de technologische vernieuwingen van het westen ook diens imperialistische politiek over. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte het als enig land op deze planeet intiem contact met een buitenaards wapen, de atoombom, en na de oorlog bouwden de Amerikaanse bestuurders de Japanse samenleving vanaf de grond opnieuw op. In Japan is future shock een state of mind.
Virtueel huisdier
Het tekstbericht, de sms, was oorspronkelijk een bijfunctie van de mobiele telefoon. Ikzelf had aanvankelijk niet eens door dat ik met mijn eerste broekzaktelefoon ook tekstberichten kon versturen (en ontvangen, maar niemand sms’de me), tot mijn dochter er al spelend met de gsm achter kwam. Tegenwoordig gebruiken we de telefoon overal voor, behalve om te bellen. Sms’en is de norm geworden, praten en luisteren via de telefoon de uitzondering. Sommigen vinden het zelfs onbeleefd om gebeld te worden.
Het waren Japanse schoolmeisjes die het teksten uitvonden en van een bij-functie een open kanaal maakten waarmee ze 24 uur per dag in contact stonden met hun omgeving. Net zoals wij nu via apps en speciale, gerichte diensten.
Al leven we in een post-industriële samenleving, omringd door media en technologie, de mens is nog steeds een jager & verzamelaar en daarom reageren we zoals we reageren op de toekomst die elke dag wordt verrijkt met nieuwe technologie. In 1996 kwam in Japan de tamagochi, het digitale huisdier, op de markt. Het virtuele beestje moest worden verzorgd, vroeg te pas en te onpas om aandacht, anders legde de tamagotchi het loodje en was de eigenaar een slecht mens.
De tamagochi-rage is overgewaaid en heeft plaatsgemaakt voor een meer verfijnd digitaal huisdier, de smartphone. Die is niet meer weg te denken uit ons bestaan, sterker, hij is inmiddels met ons lichaam – en ons brein – vergroeid. Zie de paniek van iemand zijn smartphone kwijt is (ik weet er alles van), dan ben je een stuk van je leven kwijt. Je bent zelfs jezelf kwijt. Laten we het maar eerlijk bekennen: zonder het te beseffen zijn we onze smartphone geworden.
Het heeft iets obsessiefs, onze omgang met dat stuk metaal in onze hand. Het vernauwt onze blik en leidt tot onaagepast gedrag. We zijn allemaal otaku.