Wenkend perspectief in voetbal: de computer zegt buitenspel. Technologie en het denken in systemen bepalen meer en meer de sport, maar maken het niet leuker.
Technologie is de haarvaten van het leven binnengedrongen, ook de sport. Binnenkort zullen bij het voetballen de grensrechters worden afgeschaft, want het leren monster is toegerust met elektronica. Gaat de bal over de lijn, dan geeft het systeem van sensoren rond het veld een signaal: bal uit.
Kibbelen over buitenspel of geen buitenspel zal eveneens tot het verleden behoren, want de spelers dragen een tricot waarin elektronica is geweven. Elke speler heeft een unieke code en is derhalve herkenbaar voor het sensorsysteem. Beetje handig programmeren en het systeem herkent buitenspelsituaties. Foeteren op de scheids is er niet meer bij. The computer says offside.
Wordt het voetbal – dat, zoals iedere liefhebber weet, in een crisis verkeert – daar leuker van? Misschien. Misschien niet. Wel eerlijker, want er wordt door sportliefhebbers vaak geklaagd over jurysporten als kunstschaatsen en schansspringen waar kenners de waarde van een prestatie bepalen, maar dat is voetbal ook. Hoe vaak worden wedstrijden niet beslist door een betwistbare ingreep van de scheidsrechter? Hij is een eenmansjury. Zijn woord is wet.
Keek op de Week: De voetbalscheidsrechter
Zo’n sensorsysteem maakt voetbal een beetje eerlijker, maar ook weer niet zoveel want de dubieuze penalty’s en onterechte kaarten zullen blijven. Lijnrechters zijn vervangbaar, maar de arbiter niet. Dat is een sportmetafoor voor het echte leven: computers kunnen taken overnemen, maar de centrale regie blijft bij de mens.
Systeem is heilig
Dat het voetbal in een crisis zit, heeft het EK 2016 in Frankrijk nogmaals duidelijk gemaakt. Teveel zouteloze wedstrijden. Teveel kleurloze teams. Teveel berekening, zelfs in de knockout-fase. Waarom er na gelijkspel nog verlengingen worden gespeeld, is onduidelijk. Elke coach gokt op de penaltyreeks. Dan krijg je een kampioen die zeven wedstrijden speelt en er slechts één in reguliere speeltijd weet te winnen.
Een van de redenen waarom voetbal als kijksport op zijn retour is, is angst. De angst van de coach om te verliezen. Niet alleen de wedstrijd, of de finale, maar uiteindelijk zijn baan. Liever een slap gelijkspel dan een heroïsch verlies.
Risicomijdend gedrag slaat de bruis uit de spa, ook op het voetbalveld. Waar zijn de spelers die een actie maken en hun mannetje passeren? Waar zijn de spelers die de achterlijn halen en een voorzet op maat geven? Hoeveel EK 2016-goals zijn er gemaakt vanuit combinaties in het strafschopgebied?
Spelers durven hun mannetje niet meer te passeren, want daar heeft de coach de doodstraf op gezet. Zo’n actie kan balverlies opleveren en balverlies is het HIV van het voetbal, dat moet je ten koste van alles voorkomen, meent de coach. Daarom is het voetbal een theekransje voor vrouwen geworden, er wordt veel gebreëen. Veilig balletje breed of naar achteren, ad infinitum. Veilig is heilig.
Het EK Voetbal 2016 na één week
Daarom hoor je coaches op de persconferentie na afloop hun team prijzen omdat ‘ze goed in het systeem hebben gespeeld’. Waardeloze wedstrijd, druilerige vertoning, maar goed gedaan, aldus de coach, want ‘in het systeem gespeeld’. De coach ziet alleen het product (de uitslag) en vergeet het proces (de wedstrijd).
Voetbal is een systeem geworden. Een protocol. Een algoritme. Voorspelbaar, uitgevoerd volgens vaste patronen en meetbare waarden. Wetenschappelijk verantwoord. Maar leuk?
Oortjes
Al die schema’s, statistiek en wetenschappelijke benaderingen hebben van voetbal een zouteloze eenheidsworst gemaakt. Dan had het wielrennen – nog steeds een volkssport, je hoeft geen dagloon neer te tellen om langs het parcours van de Tour de France te staan – een heel ander probleem: doping. Ook een technologisch probleem, maar dan farmaceutisch, niet digitaal.
Dat probleem lijkt de wielersport behandelbaar te hebben gemaakt en het is als kijksport een stuk leuker dan het tijdens de hoogtijdagen van de dopingfraude was. Er fietsen weer mensen, feilbaar dus. Geen chemische kunstmensen die onvatbaar blijken voor verzuring of hongerklop.
Maar ook het wielrennen heeft zijn technologie: de ‘oortjes’. Sinds de baas van de wielerstal tijdens de race kan communiceren met zijn renners is naar analogie met het voetbal een mannetje passeren of een actie maken sterk afgenomen. De spontaniteit is er voor een flink deel uit geregisseerd, dankzij communicatietechnologie.
Op de Olympische Spelen rijden de wielrenners en wielrensters zonder oortjes. En zie welk een verschil dat maakt. In Rio was de wegwedstrijd van de mannen een thriller, met wisselende kansen, drama, hoop en een adembenemend slot—de mooiste wielerrace van het jaar. Tot de vrouwen de volgende dag het zinderende schouwspel nog eens overtroffen in spanning en drama.
Zonder oortjes. Zonder systemen. Zonder risicomijdend gedrag. Meten is weten, maar het leuke van sport is nu juist de onvoorspelbaarheid. Technologie maakt het leven leuker, maar sport niet.