Nepnieuws op sociale media presenteert fantasie als feiten en verstoort aldus de consensus over wat de werkelijkheid is. Het is het woord van het jaar.
De uitgever van het Van Dale woordenboek organiseert jaarlijks de verkiezing voor het woord van het jaar. In december kan iedereen stemmen op een aantal woorden die door de redacteuren zijn verzameld, aangevuld met suggesties van het publiek. Ik heb een suggestie ingestuurd. Nepnieuws is het woord van het jaar.
Wie een woord bij Van Dale aanmeldt wordt ook gevraagd zijn suggestie te omschrijven. Mijn definitie van nepnieuws is: nieuws dat niet is gebaseerd op feiten maar op fantasie.
Voorwaarde om het woord mee te laten doen in de verkiezing is een simpele. Het woord moet dit jaar zijn ontstaan. Ik heb nepnieuws gecheckt op de Woordenlijst van de Taal Unie en daar is het onbekend. Daarmee is volgens mee aan de voorwaarde van Van Dale voldaan.
Dat nepnieuws een nieuw woord is, is dus geen nepnieuws.
Politiek wapen
Misschien was ik net iets te gretig bij het aanmelden van mijn woord van het jaar. Want mijn definitie van nepnieuws is in beginsel oké, maar het kan scherper. Zoals: nepnieuws is een bericht dat als feitelijk nieuws wordt gepresenteerd, maar in werkelijkheid is gebaseerd op fantasie.
Die nuancering is niet onbelangrijk, zelfs cruciaal. Het draait om de presentatie. Nepnieuws doet zich voor als nieuws. Het claimt feitelijkheid, al is het maar door zich tussen het werkelijke nieuws te wurmen. Als het zich niet als nieuws presenteert, is nepnieuws herkenbaar als grap of satire. Het is de vermomming die nepnieuws tot nepnieuws maakt. Dat aspect zit niet in de definitie die ik heb ingestuurd, maar hoort daar feitelijk wel in thuis.
Wie een woord instuurt naar de selectiecommissie voor de woord van het jaar-verkiezing moet aangeven in welke categorie zijn suggestie past. Ik heb aangevinkt: politiek. Het had eventueel ook economie kunnen zijn, maar nepnieuws is een politiek wapen.
Non-probleem?
Dat hebben het referendum rond het Brexit – in Engeland het woord van het jaar volgens Collins English Dictionary; voor de Oxford Dictionary is dat het woord post-truth – en de verkiezing van de nieuwe president in Amerika glashelder gemaakt. De campagnes zijn beïnvloed door nepnieuws. “Een stofwolk van onzin,” volgens de scheidende president Obama.
Nepnieuws verstoort de consensus over wat de werkelijkheid is. Dat heeft het gemeen met bijvoorbeeld roddel en religie.
Post-truth is Oxford Dictionaries’ woord van het jaar
Nepnieuws verspreidt zich via de sociale media, ’s werelds grootste sociale medium, Facebook, voorop. De baas van Facebook, Mark Zuckerberg, deed nepnieuws in eerste instantie af als een non-probleem, maar is daar rap op teruggekomen.
Nepnieuws als inkomstenbron
Aanvankelijk claimde Zuckerberg dat het non-probleem technisch lastig was op te lossen, maar dat bleek dankzij vier studenten nepnieuws. Tijdens een hack-wedstrijd van de Princetown University kwamen Nabanita De, Anant Goel, Mark Craft en Catherina Craft in 36 uur met een oplossing: een extensie voor de webbrowser die op Facebook laat zien of het bericht is gecheckt of niet. Een filter voor nepnieuws als het ware.
Facebook is niet het enige sociale medium dat in de nasleep van de Amerikaanse verkiezingen nepnieuws als probleem heeft erkend. Ook Twitter en Google hebben maatregelen genomen. Net als Facebook weert Google websites die nepnieuws aanleveren van hun advertentieplatforms. Die lopen daardoor de inkomsten mis waarom het hen is begonnen. Jonge ondernemers uit Macedonië, uitgevers van nepnieuws, ontkennen overigens nepnieuws te publiceren. „Ik denk niet dat wij tot nepnieuws behoren,” zegt Tomislav Cvetkovski (26) tegen NRC Handelsblad.
Nepnieuws is zelf geen nepnieuws.
Het weren van nepnieuws van de advertentieplatforms is niet genoeg, beseft ook Mark Zuckerberg. Nepnieuws moet van de sociale media worden verbannen. Daartoe heeft hij een aantal maatregelen in gedachten.
(Nep)nieuwsplatform
De eerste is technologisch: software die nepnieuws herkent. Ook moeten de gebruikers van zijn website nepnieuws kunnen melden, waarbij moet worden opgemerkt dat het juist die gebruikers zijn die door nepnieuws worden genept.
Aan mogelijk nepnieuws wil Zuckerberg een waarschuwing toevoegen. Tevens wil hij strenger kijken naar welke artikelen worden aangeraden als iemand doorklikt naar een nieuwsbericht. Als laatste moet er beter worden samengewerkt met journalisten en feitencheckers.
Goed dat er maatregelen worden genomen. Alleen zou ik het rijtje omdraaien en beginnen met de inbreng van de vakmensen, journalisten en feitencheckers. Facebook is immers allang geen sociaal medium meer, het is een uitgeverij, een (nep)nieuwsplatform. Zo heeft het zich ontwikkeld. Zo wordt het door de 1,5 miljard (and counting) gebruikers ingezet.
Filter
Wat Zuckerberg inziet is dat er een filter nodig is. Naast Facebooks kuisheidsfilter (geen naakt) moet er ook een waarheidsfilter komen. Voorheen filterde de redactie van een journalistiek medium welke berichten worden gepubliceerd en in welke vorm. Het gebrek aan filters blijkt voor open nieuwsplatforms, niet verrassend, een probleem. Met verregaande consequenties.
De technologische oplossing – software, bots, kunstmatige intelligentie – helpt natuurlijk, maar blijft een technologisch lapmiddel voor een probleem dat wordt gecreëerd door technologie en het kan de menselijke expertise nooit vervangen, hooguit aanvullen. Digitale pleisters kunnen de digitale wond niet helen.
En dat is geen nepnieuws.